Staatssecretaris Van Oostenbruggen informeerde de Tweede Kamer over de verschillende eventuele opties bij de voorgenomen verhoging van het forfait op overige bezittingen in de jaren tot de beoogde invoering van het stelsel op basis van werkelijk rendement per 1 januari 2028.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen stuurde de nadere analyse van de gevolgen van het afschaffen van de fiscale faciliteiten voor groen beleggen naar de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.
De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft de vraag beantwoord of een geslaagd verzoek als bedoeld in onderdeel 2.4 van het Verzamelbesluit Toeslagen - waardoor geen sprake is van toeslagpartnerschap - doorwerkt naar het fiscaal partnerschap in de inkomstenbelasting.
Als een echtpaar met een eigen woning gaat scheiden, probeert één van de ex-partners vaak de woning te behouden. Dat lukt lang niet altijd. Dan wordt de woning verkocht. Bij die verkoop wordt de overwaarde verdeeld over de ex-partners. Dat geldt ook voor het fiscale begrip van de eigenwoningreserve. In sommige gevallen is de werkelijke verdeling van de overwaarde niet gelijk aan de fiscale vaststelling van die eigenwoningreserve. De Kennisgroep van de Belastingdienst legt in een recent besluit uit hoe dat zit.
1 april 2025 is de nieuwe PE-periode gestart. Deze loopt tot 31 maart 2028. De start van een nieuwe PE-periode betekent ook een nieuw PE-jaar. De initiële, PE- en Bijzondere examens zijn aangepast. Hoe deze examens eruitzien, staat in de samenstellingsdocumenten van het CDFD.
In deze ministeriele regeling wordt een aantal technische zaken aangepast die de uitvoering van de pensioentransitie vergemakkelijken en duidelijkheid bieden aan uitvoerende partijen. Het gaat om vrijstelling onder voorwaarden voor het uitvoeren van de jaarlijkse haalbaarheidstoets, nadere verduidelijking met betrekking tot de standaardregel, het hypothetisch geheel risicomijdend beleggingsbeleid in relatie tot de solidariteits- en risicodelingsreserve, een aanpassing met betrekking tot de transitietermijnen in verband met de beoogde verlenging van de pensioentransitie en een aantal redactionele wijzigingen.
Het eerstvolgende moment dat het minimumloon wordt geïndexeerd is op 1 juli 2025. Hierbij wordt de indexatiewijze toegepast zoals voorgeschreven in artikel 14, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft het standpunt KG:070:2023:12 gewijzigd. Het betreft enkele redactionele wijzigingen. Daarnaast is situatie B verduidelijkt. Situatie C is toegevoegd. Situatie C uit de vorige versie van het standpunt is hernoemd naar situatie D. Verder is de beschouwing uitgebreid. Inhoudelijk zijn geen wijzigingen beoogd.
Banken en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) hebben een afsprakenkader ondertekend waarmee zij aangeven dat zij volgens deze afspraken sociaal gaan incasseren.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg toegang tot de Kennisbank, Helpdesk en AI assistant.