EU-aanbeveling voor beleggingsrekening biedt kansen, maar kabinet wacht op box 3-hervorming

Waarom deze aanbeveling?

Volgens de Europese Commissie houden Europese huishoudens gezamenlijk zo’n €11,5 biljoen aan in cash en op spaarrekeningen. Spaargeld dat, mits verantwoord belegd, kan bijdragen aan vermogensgroei én financiering van Europese bedrijven en strategische sectoren zoals digitalisering, defensie en duurzaamheid.

De blauwdruk van de Europese Commissie

De Commissie stelt zes kenmerken voor die volgens haar essentieel zijn voor succesvolle beleggingsrekeningen:

1. Breed aanbod van aanbieders – inclusief grensoverschrijdend aanbod.
2. Eerlijke en transparante kosten, inclusief overdraagbaarheid van portefeuille.
3. Breed scala aan producten, met uitsluiting van risicovolle producten zoals crypto’s en derivaten.
4. Gebruiksvriendelijke infrastructuur, inclusief digitale toegankelijkheid.
5. Eenvoudige en geautomatiseerde fiscale verwerking.
6. Fiscale stimulering, zoals belastinguitstel of aftrek van inleg.

Nederlandse kabinetsreactie

Het kabinet juicht de aanbeveling toe. Het stimuleert al langer vermogensopbouw via beleggen, onder meer via pensioenopbouw (box 1). De aanbeveling sluit aan bij de kabinetsinzet zoals verwoord in de Kamerbrief Kapitaalmarktunie van 17 maart 2025.

Het kabinet:

• Ondersteunt de niet-fiscale kenmerken van het voorstel.
• Houdt fiscale prikkels voorlopig in beraad en koppelt eventuele fiscale stimulering aan de inwerkingtreding van de Wet werkelijk rendement box 3.
• Wil verkennen of het nieuwe Europese investeringslabel “Finance Europe” fiscaal gunstig kan worden behandeld – mits investeringen aansluiten bij strategische EU-doelen.
• Bepleit eenvoudige en digitale fiscale processen, zoals een vooraf ingevulde aangifte.

Fiscale stimulering: hoe kansrijk is dat?

De Commissie noemt vier voorbeelden van fiscale stimulansen:

• Aftrek van inleg
• Vrijstelling van rendementen
• Uitstel van belasting tot opname
• Een uniform tarief

Het kabinet acht dit mogelijk kansrijk binnen box 3, maar pas ná de invoering van de Wet werkelijk rendement. Er is nadrukkelijk geen sprake van voorrang voor een beleggingsrekeningregeling boven de lopende wetsbehandeling. Mogelijke stimulansen moeten bovendien beleidsmatig onderbouwd zijn, bijvoorbeeld gericht op strategische sectoren.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Voor de korte termijn verandert er weinig: de aanbeveling is niet bindend, en Nederland voldoet al voor een groot deel aan de voorgestelde kaders. Toch kan deze ontwikkeling op termijn leiden tot:

• Een meer uniforme Europese beleggingsmarkt.
• Mogelijke fiscale voordelen voor Europese beleggingsrekeningen (na 2027).
• Betere aansluiting op gebruiksvriendelijke en digitale beleggingsplatforms.
• Meer stimulansen voor investeren in EU-georiënteerde fondsen.

Het is nog onzeker of een dergelijke beleggingsrekening ook daadwerkelijk in Nederland fiscale voordelen gaat genieten. Pas na de inwerkingtreding van het nieuwe box 3-stelsel – beoogd per 2027 – zal het kabinet daarover besluiten.