De consumenten (klager bij Kifid) hebben begin december 2024 via een hypotheekadviseur een hypotheekaanvraag ingediend bij de bank. Zij hebben daarbij een beroep gedaan op de meeneemregeling. De bank heeft de aanvraag op 4 december 2024 afgewezen vanwege het betaalgedrag van de consumenten.
Nadat de consumenten hierover navraag hebben gedaan, heeft de bank aangegeven dat de reden voor de afwijzing is geweest dat de maandtermijnen van de geldlening meerdere malen niet op tijd zijn betaald. De bank heeft de consumenten aangegeven dat zij de aanvraag pas in behandeling zal nemen als de consumenten de maandtermijnen de daaropvolgende 6 maanden tijdig zullen voldoen.
De consumenten hebben op 4 december 2024 een klacht over deze afwijzing ingediend bij de bank. Op 11 december 2024 hebben de consumenten hierover contact gehad met de
bank. De bank heeft de consumenten verzocht om rekeningafschriften van de afgelopen 3 maanden toe te sturen waaruit blijkt dat de consumenten de hypotheekbetalingen wel
tijdig hadden kunnen voldoen. De consumenten hebben aangegeven dat zij hierover zouden nadenken.
Op 3 januari 2025 hebben de consumenten aan de bank aangegeven dat zij inmiddels een hypothecaire geldlening hebben afgesloten bij een andere hypotheekverstrekker tegen
3,78% rente voor 10 jaar vast. De consumenten stellen schade te hebben gelden doordat zij de lagere rente bij de bank niet hebben kunnen meenemen naar een nieuwe woning en zij
hebben de bank verzocht hun schade te vergoeden. De bank heeft dit verzoek afgewezen, waarna de consumenten zich tot Kifid hebben gewend.
Als uitgangspunt voor de beoordeling van de vordering van de consumenten geldt dat de bank in beginsel contracts- en beleidsvrijheid heeft en dat zij binnen die vrijheid mag
bepalen of, en onder welke voorwaarden, zij een nieuwe overeenkomst met de consumenten wil aangaan.
De bank heeft haar acceptatiebeleid toegelicht. Bij een nieuwe hypotheekaanvraag, inclusief beroep op de meeneemregeling, moet de bank – ter voorkoming van overkreditering van de consumenten – opnieuw beoordelen of de consumenten aan de voorwaarden voldoen en of de verstrekking verantwoord is.
Een beoordeling van de lopende hypotheek maakt hier deel van uit. Deze beoordeling viel voor de consumenten negatief uit omdat zij sinds 2019 ruim 40 keer te laat hebben betaald. De bank heeft hen daarbij enkele malen schriftelijk en telefonisch gewezen op de te late betalingen. Ook is er contact geweest over het wijzigen van de incassorekening. De consumenten hebben de incassorekening niet gewijzigd en zij hebben hun betaalgedrag niet gewijzigd. Naar aanleiding van de klacht van de consumenten heeft de bank hen de mogelijkheid geboden om hun stelling te onderbouwen dat zij de maandtermijnen altijd tijdig hadden kunnen voldoen als deze van een andere rekening zouden zijn geïncasseerd. In dat geval had de bank mogelijk willen afzien van de 6-maandentermijn. Maar de consumenten hebben ervoor gekozen om in plaats daarvan een geldlening bij een andere partij af te sluiten.
Gelet op de toelichting van de bank is de commissie van oordeel dat de handelwijze van de bank geen strijd oplevert met geldende wet- en regelgeving, geen misbruik van haar
bevoegdheid oplevert en ook naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is.
Lees hier de volledige uitspraak.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99