Meeneemregeling < 6 maanden luistert nauw

De bank heeft het beroep van de consumenten op de meeneemregeling afgewezen, omdat niet was voldaan aan de voorwaarde dat de nieuwe hypothecaire geldlening binnen zes maanden na algehele  aflossing van de bestaande hypothecaire geldlening moet worden verkregen.

Op 13 februari 2023 hebben de consumenten de oude geldlening afgelost.

Begin mei 2023 hebben de consumenten contact opgenomen met de adviseur van de bank. Zij hebben aangegeven dat de omgevingsvergunning voor de nieuw te bouwen woning langer op zich laat wachten en hebben daarom gevraagd of het mogelijk is om de zesmaandentermijn van de meeneemregeling te verlengen. De adviseur van de bank heeft dit verzoek intern voorgelegd.

Begin augustus 2023 heeft de bank de consumenten laten weten dat voor de consumenten geen uitzondering wordt gemaakt op de zesmaandentermijn van de meeneemregeling.

Vergunning

Op 2 augustus 2023 heeft de gemeente een omgevingsvergunning verleend voor de nieuw te bouwen woning. Op 16 augustus 2023 heeft de gemeente de verleende omgevingsvergunning bekendgemaakt. Binnen zes weken na de bekendmaking kon door belanghebbenden beroep worden ingesteld bij de bestuursrechter tegen het besluit van de gemeente om de omgevingsvergunning te verlenen. Niemand heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de gemeente.

Op 28 september 2023 heeft de bank een offerte uitgebracht voor een hypothecaire geldlening ten behoeve van de nieuw te bouwen woning. Zonder toepassing van de 'meeneemregeling'.

Stelling Consument

De consumenten hebben verder aangevoerd dat de omgevingsvergunning begin augustus is verleend en dat de omgevingsvergunning op dat moment feitelijk onherroepelijk was. Volgens de consumenten had de bank op dat moment een offerte kunnen en moeten uitbrengen waarin de meeneemregeling was toegepast.

Antwoord geldverstrekker

De bank heeft hiertegen ingebracht dat de omgevingsvergunning begin augustus nog niet onherroepelijk was, omdat de beroepstermijn nog niet was verstreken. De bank heeft verder gesteld dat buren van de consumenten nog beroep konden instellen tegen de omgevingsvergunning. Volgens de bank gaat het beroep van de consumenten op artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht niet op. De bank heeft gesteld dat de buren gebruik hebben
gemaakt van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen en dat artikel 6:13 geen belemmering voor de buren vormt om beroep in te stellen. Daarnaast heeft de bank gesteld dat belanghebbenden die geen zienswijze hadden ingediend ook nog beroep konden instellen.

De bank heeft verder toegelicht dat zij geen offerte voor een geldlening uitbrengt zonder onherroepelijke omgevingsvergunning. De bank heeft gesteld dat zij zekerheid eist voor hypothecaire geldleningen in de vorm van een onderpand. Om dit te bewerkstelligen, moet er een hypotheekakte worden gepasseerd bij de notaris. Het passeren van een hypotheekakte is volgens de bank niet toegestaan zonder onherroepelijke omgevingsvergunning. De bank heeft aangegeven dat de mogelijke gevolgen groot zijn wanneer de bank een geldlening verstrekt zonder onherroepelijke omgevingsvergunning. Dan kan er namelijk een situatie ontstaan waarin de bank een geldlening verstrekt, zonder dat zij hiervoor als zekerheid tot terugbetaling een hypotheekrecht verkrijgt.

Beslissing

De commissie stelt voorop dat de bank in beginsel contracts- en beleidsvrijheid heeft. Het staat de bank in beginsel vrij om te bepalen of en onder welke voorwaarden zij bereid is om een geldlening te offreren. De bank is dus in beginsel niet verplicht om een offerte uit te brengen. Deze contracts- en beleidsvrijheid kan worden beperkt indien sprake is van misbruik van bevoegdheid, schending van geldende wet- en regelgeving of wanneer zij in de gegeven omstandigheden op naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbare wijze gebruik maakt van deze vrijheid.

Mede gelet op de toelichting van de bank op haar keuze om zonder onherroepelijke omgevingsvergunning geen offerte uit te brengen, levert dit naar het oordeel van de commissie geen misbruik van contractsvrijheid op en is dit niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Verder volgt de  commissie de bank in haar toelichting dat de omgevingsvergunning begin augustus 2023 nog niet onherroepelijk was.

De commissie is dus van oordeel dat de bank begin augustus 2023 geen offerte hoefde uit te brengen.

Weliswaar had de bank er onverplicht voor kunnen kiezen om begin augustus 2023 een offerte uit te brengen onder voorbehoud van het verkrijgen van de onherroepelijke omgevingsvergunning, maar ook in dat geval hadden de consumenten niet aan de zesmaandentermijn van de meeneemregeling voldaan. De overeenkomst van geldlening komt in dat geval namelijk pas tot stand als de omgevingsvergunning onherroepelijk is geworden, en de omgevingsvergunning is pas onherroepelijk geworden nadat de zesmaandentermijn van de meeneemregeling al was verstreken.

Lees hier de volledige uitspraak.

Bron: Kifid

Fintool: Het blijft goed uitleggen wat de meeneemregeling wel inhoudt. En dat er strakke termijnen (kunnen) gelden.