Consument heeft, via de Adviseur, bij de Bank een hypotheekaanvraag ingediend gebaseerd op onder meer het inkomen van Consument dat gegenereerd is uit meerdere ondernemingen. De Adviseur heeft de hypotheekaanvraag bij de Bank ingediend, zonder de balansen van de ondernemingen van Consument van een toelichting te voorzien. De Bank heeft de aanvragen afgewezen, omdat op de balansen van die ondernemingen posten stonden die voor haar aanleiding was om de hypotheekaanvraag af te wijzen.
Consument heeft een kredietaanvraag gedaan en daarbij bankafschriften verstrekt waaruit hij de gegevens van zijn tweede woning verwijderd heeft. Kredietverstrekker heeft Consument daarop geregistreerd in frauderegisters (EVR en Incidentenregister).
Consument heeft bij het afsluiten van een hypothecaire geldlening voor hem en zijn partner tegen koopsom een woonlastenverzekering afgesloten. De partner was medeverzekerde (derdenbeding). Enkele maanden later hebben Consument en zijn partner de relatie verbroken. De verzekering is ongewijzigd blijven doorlopen maar had volgens Consument aangepast moeten worden.
Consument stelt dat de Bank ten onrechte zijn verzoeken tot verhoging van de hypothecaire geldlening heeft geweigerd en vordert een bedrag van € 81.893,00. De Commissie oordeelt als volgt.
Gelet op de feiten en omstandigheden in deze klachtkwestie is de Commissie van oordeel dat een overeenkomst van opdracht tussen Consument en de Adviseur tot stand is gekomen. De Consument die de overeenkomst van opdracht tussentijds heeft beëindigd dient de advieskosten te voldoen.
Consument en zijn ex-partner hebben een hypothecaire geldlening bij de bank. In verband met de echtscheiding verzoekt Consument de bank om de ex-partner uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te ontslaan. De Bank heeft dit verzoek afgewezen.
Voor zover Consument van mening is dat zij ten tijde van het online sluiten van de verzekeringsovereenkomst niet is gewaarschuwd, overweegt de Commissie dat Verzekeraar voldoende heeft onderbouwd dat hij Consument bij de internetaanvraag door middel van een ‘floater’ heeft geïnformeerd over de vereiste beveiligingsnormen.
Consument stelt dat de Bank bij de vergoeding voor vervroegde aflossing meer dan haar daadwerkelijk geleden schade in rekening brengt. Niet in geding is dat de Bank de berekening van haar financiële nadeel bij vervroegde aflossing heeft gebaseerd op de berekeningsmethodiek zoals is opgenomen in de Leidraad van de AFM. Aangenomen wordt dat de Bank een acceptabele berekening heeft gemaakt, waartegenover Consument het tegendeel niet aannemelijk heeft gemaakt.
Consument heeft bij het aangaan van de hypothecaire geldlening zelf een onjuist jaarinkomen opgegeven. Vervolgens is een hypothecaire geldlening verstrekt door geldverstrekker waarvan Consument de maandelijkse lasten niet kon dragen. Consument stelt dat de geldverstrekker hem had moeten beschermen tegen zijn ondeskundigheid en derhalve zijn gegevens had moeten controleren.
Een geldverstrekker mag niet zonder meer vertrouwen op inkomensgegevens van de consument, maar moet de inkomensgegevens op juistheid en betrouwbaarheid controleren. Een geldverstrekker liet dit na en schoot daarmee tekort in haar zorgplicht om te waken voor overkreditering.
Consument heeft een bankspaarhypotheek, waarop hij in beginsel extra kan inleggen. Consument wil een extra inleg doen waardoor hij buiten de fiscale bandbreedte valt. In de algemene voorwaarden staat dat alleen overeengekomen bedragen mogen worden ingelegd.
Een bank is ten aanzien van de hypotheekconstructie als adviseur en ten aanzien van de verzekering als assurantietussenpersoon opgetreden.
De Commissie ziet zich voor de vraag gesteld of de adviseur de consument had moeten informeren over de verschillen tussen de Robecofondsen en de Achmeafondsen, meer in het bijzonder over de omstandigheid dat de Achmeafondsen veel minder dividend uitkeren, en de omstandigheid dat Robeco Interpolis een korting gaf op de fondsbeheerkosten die (gedeeltelijk) werd doorgegeven aan de klant.
Een consument heeft een klacht ingediend bij Kifid met de vraag of de adviseur na expiratie van de onderhavige lijfrenteverzekering en de uitbetaling van een gedeelte van het vrijgevallen kapitaal de consument meer actief had moeten begeleiden voor wat betreft de bestemming van het resterende kapitaal.
Tussen partijen staat vast dat Verzekeraar ten onrechte aan Consument heeft medegedeeld dat er sprake was van een onbelast saldo van € 10.890,72. Op basis van de voorhanden zijnde stukken komt de Commissie echter tot de conclusie dat Consument redelijkerwijs op de hoogte had kunnen en dus moeten zijn dat de mededeling ten aanzien van het onbelaste saldo onjuist was.
Consumenten stellen zich bij een klacht bij Kifid op het standpunt dat de adviseur heeft toegezegd dat zij de boete wegens tussentijdse herziening van de rente van de hypothecaire geldlening fiscaal zouden kunnen aftrekken en derhalve 40% van het bedrag van de boeterente van de fiscus terug zouden krijgen.
Consument heeft een beroep gedaan op zijn inboedelverzekering vanwege een schade aan zijn telefoon nadat hij deze had laten vallen. Consument heeft de telefoon vervolgens laten herstellen en de reparatiekosten bedroegen € 119,79. Vervolgens heeft Consument de herstelkosten geclaimd bij zijn inboedelverzekeraar.
Een consument klaagt bij Kifid over zijn huidige en voormalige adviseur vanwege een onverzekerde termijn voor zijn bromfietsverzekering nadat hij zijn bromfietsverzekering heeft laten oversluiten.
Een geldverstrekker staat toe dat jaarlijks 20% van de hoofdsom per leningdeel boetevrij afgelost kan worden. Dit geeft de consument een recht, niet de plicht tot boetevrije aflossing over te gaan. Een consument meent dat bij de berekening van de boeterente tevens rekening gehouden dient te worden met deze toekomstige aflossingen.
Van een verzekeringnemer is de auto gestolen op enig moment gedurende een periode van ruim drie dagen en op de eerste dag in die periode heeft verzekeringnemer een autoverzekering afgesloten. Verzekeringnemer kan de diefstal niet nauwkeuriger in de tijd plaatsen. Verzekeringnemer heeft niet aannemelijk gemaakt dat de diefstal heeft plaatsgevonden in de verzekerde periode en dat de diefstalschade dus onder de dekking van de verzekering valt.
Kifid houdt de behandeling van de ruim 500 klachten over beleggingsverzekeringen, in de volksmond ook wel woekerpolis genoemd, nog enige tijd aan. Dit in het belang van een zorgvuldige klachtafhandeling. Betrokken consumenten zijn hierover inmiddels geïnformeerd.
Consument heeft bij de bank een hypothecaire geldlening afgesloten. Op de laatste pagina is een zgn. Handtekeningclausule opgenomen waarin is bepaald dat ondergetekenden verklaren de in deze offerte genoemde leningsvoorwaarden te hebben ontvangen en daarvan kennis te hebben kunnen nemen en accepteren de bij deze offerte aangeboden lening onder de gestelde voorwaarden.
Consument heeft een hypothecaire geldlening afgesloten bij de bank voor de aankoop van een recreatiewoning. Consument verkoopt deze woning en de bank brengt een boeterente in rekening.
Consument doet zijn beklag over de vergoeding bij vrijwillige verkoop van het onderpand. Consument vordert terugbetaling van de betaalde vergoeding te vermeerderen met wettelijke rente.
Een autoverzekering is afgesloten op naam van de moeder, maar de zoon is kentekenhouder. Na een WA schade vordert de autoverzekeraar de schade terug bij verzekeringnemer. Kifid buigt zich over de vraag of de zoon van verzekeringnemer als ‘partner’ in de zin van de Bijzondere Voorwaarden kan worden aangemerkt.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.