Het geschil komt op het volgende neer: de vrouw wil bevrijd worden van haar hoofdelijkheid voor een hypothecaire geldlening. Alleen de man is eigenaar van de woning maar de vrouw heeft wel meegetekend voor een schuld waarvoor (tweede) hypotheek op de woning is verleend. Deze geldlening is 20 jaar geleden afgesloten, in 2000, toen partijen nog samenwoonden. Partijen zijn inmiddels acht jaar uit elkaar, sinds 2012.
In een tweetal uitspraken van de rechtbank wordt (weer) duidelijk dat een afspraak in een echtscheidingsconvenant wel rechtswerking heeft, maar dat een geldverstrekker beide partijen (toch) hoofdelijk aansprakelijk houdt ingeval van een restschuld. In het ene geval legt de rechtbank wel een dwangsom op, in de andere uitspraak niet.
De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat de woning aan de man kan worden toegedeeld. De rechtbank overweegt dat als peildatum voor de waarde in beginsel de datum van de verdeling geldt, behoudens andersluidende afspraken of afwijking op grond van de redelijkheid en de billijkheid.
Voormalige samenlevers hebben geen samenlevingscontract opgesteld. Na relatiebeëindiging is o.a. in geschil de verdeling van de hypotheekschuld. De eigendomsverhouding is 2/3 - 1/3. De rechtbank heeft de schuldverdeling op 1/2-1/2 gesteld.
Kifid heeft vier 'Kifid Kennisdocumenten' gepubliceerd. Doel van Kifid Kennis is om geïnteresseerden inzicht te geven in de manier waarop Kifid met klachten over een bepaald onderwerp omgaat.
Relatie X en Y hebben vanaf eind 2003 een affectieve relatie met elkaar gehad die in 2007 is geëindigd. Tijdens hun relatie hebben partijen een woning in [B] in gemeenschappelijke eigendom verkregen (hierna ook: de woning). Bij de aankoop van de woning zijn partijen op 24 augustus 2004 een hypothecaire geldlening aangegaan waarvoor zij hoofdelijk aansprakelijk waren.
Een Consument (huiseigenaar) vordert via Kifid ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid van zijn ex-partner. In het echtscheidingsconvenant was dit ontslag overeengekomen. Ondanks een aantal argumenten van Consument weigert de geldverstrekker ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid van de ex-partner.
Het Gerechtshof 's Hertogenbosch heeft een uitspraak gedaan omtrent de uitleg van het echtscheidingsconvenant. Relatie is in 2016 gescheiden. In het echtscheidingsconvenant is bepaald dat de (voormalige) echtelijke woning binnen twee jaar ná 1 januari 2016 – derhalve vóór 1 januari 2018 – dient te worden verkocht, alsook dat de man de vrouw kan “uitkopen”. De vrouw wenst (via de rechtbank), in het zicht van deze termijn en nu van haar niet kan worden verlangd dat zij met de man een gemeenschappelijk goed en schuld behoudt en de man niet in staat is gebleken om het ontslag van de vrouw uit hoofdelijke aansprakelijkheid te regelen, kort gezegd primair dat de woning aan haar wordt toegedeeld dan wel subsidiair dat deze woning wordt verkocht.
Voormalige echtelieden zijn in 2008 gescheiden. Beide partners waren hoofdelijk aansprakelijk. In rechte is vastgesteld dat de ex-partner de maandelijkse hypotheekverplichtingen zou voldoen. In 2010 en 2013 zijn betalingsachterstanden ontstaan.
Een relatie van ons kantoor beëindigt het samenlevingscontract en wenst economische overdracht van de woning toe te passen. Zijn hier vormvereisten aan verbonden?
Partijen hebben in het kader van een affectieve relatie samengewoond. In 2007 is de man ingetrokken in de woning van de vrouw. In 2008 zijn zij een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst - hierna de overeenkomst - overeengekomen.
Consument en wijlen haar echtgenoot hebben de woning in maart 2014 verkocht. De verkoopopbrengst was niet genoeg om de openstaande hypotheekschuld af te lossen. Er bleef een restschuld over van € 12.546,44. Partijen zijn hiervoor in maart 2014 een restschuldregeling overeengekomen.
Een consument heeft verzocht om verwijdering van een BKR registratie. a echtscheiding zou de ex-man het krediet op zijn naam laten zetten. Dat bleek hij niet te hebben gedaan. Vanaf 2011 ontstaan er achterstanden waar betrokkene niet van op de hoogte is gesteld.
In een uitspraak van de rechtbank is de hypotheekrenteaftrek toegekend op basis van 'economisch eigendom'. De uitspraak bevestigt wat wettelijk reeds is vastgelegd. Hieronder een paar aandachtspunten.
Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verwerpt in hoger beroep de stelling van een schuldenaar dat zij bij het aangaan van hoofdelijke aansprakelijkheid te maken heeft gehad met een complex hypotheekproduct.
In deze rechterlijke uitspraak is aan de orde of een ex-partner kan worden gedwongen om zijn woning te verkopen indien ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid niet mogelijk blijkt omdat de bank weigert een nieuwe lening te verstrekken.
Na haar echtscheiding was Consument nog met haar ex-partner hoofdelijk verbonden voor hun hypothecaire geldlening. Consument heeft in juli 2015 de Adviseur de opdracht gegeven ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de ex-partner te bewerkstelligen.
Omdat in januari 2017 het ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid nog niet verleend was, heeft Consument een andere hypotheekadviseur benaderd, die ervoor gezorgd heeft dat het ontslag in mei 2017 verleend werd. Consument spreekt de Adviseur aan uit hoofde van zijn zorgplicht en vordert schadevergoeding.
Consument en zijn ex-echtgenote zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de in 2011 afgesloten hypothecaire geldlening. Consument heeft in 2018 de Bank verzocht om zijn ex-echtgenote uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te ontslaan. De Bank heeft hiervoor als voorwaarde gesteld dat, als gevolg van de gewijzigde fiscale wetgeving, de helft van de leensom naar een annuïtaire leenvorm moet worden omgezet.
De ex-partner heeft de woning op 1 juli 2009 verlaten. Belanghebbende is in de woning blijven wonen en heeft in 2016 de onverdeelde helft van de woning van de ex-partner overgenomen en de financiering geheel op zich genomen. In geschil is de opgevoerde aftrekpost in 2013, waarbij belastingplichtige 100% van de hypotheekrente als aftrekpost opvoerde.
Partijen zijn al bijna drie jaar uit elkaar en hadden een notariële samenlevingsovereenkomst. De verkoop van de woning of ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid van de vertrokken ex-partner is ook nog niet gelukt.
Een ex-vrouw weigerde na een echtscheiding (22 augustus 2016) een akte van verdeling te ondertekenen. In deze akte van verdeling werd de woning aan de ex-man toebedeeld. De vrouw zou dan worden ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid.
In een kort geding is de vraag wie voor de proceskosten opdraait.
De beslissing van de Bank om Consument geen hogere hypothecaire geldlening te verstrekken valt onder de contracts-en beleidsvrijheid van de Bank en deze beslissing is niet onaanvaardbaar naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
Consument slaagde er echter wel in elders de gewenste lening te krijgen. Daarom vordert Consument dat de Bank veroordeeld wordt tot het terugbetalen van de in rekening gebrachte boeterente.
Een ex-partner heeft via een kort geding de rechter gevraagd de achtergebleven ex-partner te veroordelen om onvoorwaardelijk en onherroepelijk alle medewerking te verlenen om de woning zo spoedig mogelijk te verkopen en te leveren aan een derde. De relatie tussen (ex)echtelieden was reeds in het jaar 2008 geëindigd.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.