Indien beide partners bij het aangaan van de hypotheek akkoord zijn gegaan met hoofdelijke aansprakelijkheid, houdt dit in dat beiden individueel aansprakelijk zijn voor de volledige hypotheekschuld. Wanneer een van beide partners niet meer betaalt, heeft de kredietverstrekker de mogelijkheid de volledige schuld bij de andere partner te verhalen. Deze hoofdelijke aansprakelijkheid vervalt niet standaard door een echtscheiding. Het ontslaan van de hoofdelijke aansprakelijkheid van één van de twee partners betekent dat de volledige hypotheekschuld door de achterblijvende partner moet worden betaald. Een kredietverstrekker zal hier alleen aan meewerken als de achterblijvende partner deze (extra) hypotheeklasten kan dragen.
De Wet op het financieel toezicht (Wft) schrijft ook voor dat aanbieders van (hypothecair) krediet overkreditering dienen te voorkomen. Indien het inkomen van de achterblijvende ex-partner onvoldoende is om de hypotheeklasten te dragen, zal een kredietverstrekker dit ontslag niet verlenen. De kredietverstrekker zou dan meewerken aan het verlenen van een onverantwoord hoog krediet wat tot betalingsproblemen kan leiden.
De zorgplicht houdt onder meer in dat de kredietverstrekker moet beoordelen of een krediet verantwoord kan worden verstrekt en dat de belangen van de klant op een zorgvuldige manier worden meegewogen. Juist om die reden kan een kredietverstrekker in bepaalde situaties niet meewerken aan het ontslaan van hoofdelijke aansprakelijkheid, omdat het een onverantwoorde financiële situatie zou creëren.
Voor hypotheken met Nationale Hypotheek Garantie (NHG) is de kredietverstrekker bij relatiebeëindiging bevoegd om - met behoud van de hypotheekgarantie – onder voorwaarden één van de geldnemers uit de aansprakelijkheid voor de lening te ontslaan. Het is de kredietverstrekker ook toegestaan een nieuwe geldnemer toe te voegen. Vanzelfsprekend dient hierbij te worden voldaan aan de op dat moment geldende NHG-normen. Bovendien dient de nieuwe geldnemer tevens eigenaar, hoofdelijk schuldenaar en bewoner te worden.
Indien een consument denkt dat de hypotheekverstrekker niet voldoet aan de zorgplicht dan heeft hij of zij de keuze om of naar de rechter te stappen of om zijn of haar klacht in te dienen bij het Kifid. Om een klacht bij het Kifid te laten behandelen, dient te worden voldaan aan een aantal voorwaarden. Zo dient er sprake te zijn van een klacht van een consument, dient de consument eerst de interne klachtenprocedure bij de financieel dienstverlener te hebben doorlopen, dient de financieel dienstverlener te zijn aangesloten bij het Kifid en mag de klacht nog niet eerder zijn behandeld door het Kifid, een rechter of vergelijkbare geschilleninstantie. Om na te gaan of een klacht in aanmerking komt voor behandeling bij het Kifid kan een consument de sneltest op de website van het Kifid doorlopen. Deze is te vinden via www.kifid.nl/sneltest.
Minister Hoekstra vindt het opnemen van een uiterlijke termijn waarna de hoofdelijke aansprakelijkheid vervalt niet verantwoord. Ook na het aflopen van een dergelijke termijn moet de betaalbaarheid van de hypotheeklasten geborgd zijn en zal de kredietverstrekker niet in (kunnen) stemmen met het ontslag van de hoofdelijke aansprakelijkheid als het inkomen van de betalende ex-partner onvoldoende is.
De kredietverstrekker is weliswaar geen partij bij een echtscheiding, maar beoordeelt wel of na een ontslag van hoofdelijke aansprakelijkheid een houdbare financiële situatie gecreëerd kan worden.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99