In dit besluit worden enkele beleidsbesluiten ingetrokken. De besluiten hebben hun belang verloren door wetswijziging of omdat er bijvoorbeeld sprake is van een interne werkinstructie, tijdsverloop of jurisprudentie.
De WOZ-beschikkingen met waardepeildatum 1 januari 2021 vallen binnenkort weer op de mat. Een veel voorkomende veronderstelling is dat als de WOZ-waarde stijgt, de OZB ook stijgt.
Stel de maandincasso voor de hypotheek vindt normaal gesproken de laatste dag van de maand plaats, maar vanwege storing of niet toereikend saldo wordt het termijnbedrag niet geïncasseerd. Dit terwijl er wel sprake is van een annuïtaire hypotheek vallend onder het nieuwe regime (BP2013). Dan kan er een fiscaal 'probleem' ontstaan, doordat op het toetsmoment (31 december) niet voldaan wordt aan het aflosschema.
Een belastingplichtige verkoopt zijn eigen woning in december, en koopt in januari a.s. een nieuwe eigen woning. De verkoopopbrengst van de woning valt in box 3. Hierdoor heeft de belastingplichtige eenmalig op de peildatum, 1 januari, een hoge rendementsgrondslag. Mag hij rekening houden met het eenmalige karakter van deze hogere grondslag en deze buiten de rendementsgrondslag laten?
De REDII bevat een verplichting voor lidstaten om een minimumwaarde hernieuwbare energie voor te schrijven bij nieuwbouw en ingrijpende renovatie. Voor een deel is deze verplichting al geïmplementeerd. Voor nieuwbouw geldt namelijk vanaf 1 januari 2021 een eis voor de minimumwaarde hernieuwbare energie.
Dit besluit wijzigt het besluit van 12 juni 2008, nr. CPP2008/1137M. De wijziging betreft een wijziging van het beleid met betrekking tot het verlenen van uitstel van betaling voor naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting, het verrekenen van belastingteruggaven na homologatie van WHOA-akkoorden en toepassing van de WSNP, alsmede een aantal benodigde technische en redactionele wijzigingen.
Koper van een appartement spreekt verkoper (non-conformiteit) en verkopend makelaar (schending zorgplicht) aan, omdat zijn auto (BMW X6) niet in de parkeerlift past.
In deze eindejaarsregeling is een aantal wijzigingen opgenomen van enkele uitvoeringsregelingen onder andere op het terrein van de directe belastingen, de indirecte belastingen, het formele belastingrecht en het invorderingsrecht. De wijzigingen vloeien onder meer voort uit het Belastingplan 2022 (BP 2022) en Overige fiscale maatregelen 2022 (OFM 2022). Daarnaast wordt een aantal zelfstandige wijzigingen in de uitvoeringsregelingen aangebracht en worden redactionele verbeteringen doorgevoerd.
Sinds 1 april 2021 geldt voor toepassing van de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting een woningwaardegrens. Deze houdt in dat het totaal van de waarde van de woning of rechten waaraan deze is onderworpen en tot die woning behorende aanhorigheden niet hoger mag zijn dan thans € 400.000. Het UB BRV bepaalt dat onder het begrip «waarde» in de zin van die woningwaardegrens moet worden verstaan de waarde per verkrijging eventueel vermeerderd of verminderd met in de WBR genoemde elementen.
De in het jaar 2017 ingegane wettelijke regeling van het belasten van spaargeld en overig vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting is in strijd met het ongestoord genot van eigendom en het discriminatieverbod in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM).
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg toegang tot de Kennisbank, Helpdesk en AI assistant.