MijnFintool

Nieuws

(Wel) rentecompensatie?

Tussen partijen is met name in geschil of de man recht heeft op een vergoeding omdat de bestaande hypothecaire lening een veel lagere rente heeft dan de huidige hypotheekrente.

Ad 1) Beoordeling rechtbank

Voordat de rechtbank een beslissing kan nemen over de lagere rente moet zij eerst beslissen of de woning wordt toebedeeld aan de vrouw of aan een derde wordt verkocht zodat de man de helft van de lagere rente kan meenemen. Naar het oordeel van de rechtbank moet de woning aan de vrouw worden toebedeeld, althans zij moet de mogelijkheid daartoe krijgen. De rechtbank komt tot deze beslissing na afweging van alle betrokken belangen. Zij heeft daarbij het belang van de man om een deel van de lagere rente mee te kunnen nemen afgewogen tegen het belang van de vrouw bij behoud van de woning en het belang van de kinderen om niet te hoeven verhuizen.

De rechtbank overweegt verder dat de man momenteel niet over eigen woonruimte beschikt en een woning wil kopen. De rechtbank acht dat ook aannemelijk. De man hoeft die stelling niet verder te onderbouwen. Momenteel beschikt hij immers niet over eigen woonruimte en woont hij noodgedwongen bij zijn vader. Hij kan pas een woning kopen als hij ontslagen is uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en zijn vordering uit onderbedeling heeft ontvangen.

De rechtbank is van oordeel dat de man bij toedeling van de woning aan de vrouw een vergoeding voor de lagere rente toekomt op grond van de redelijkheid en billijkheid. De toedeling aan de vrouw in plaats van verkoop aan een derde heeft namelijk tot gevolg dat de man de lagere rente niet deels kan meenemen en geheel tot voordeel van de vrouw strekt. Voor dat nadeel kiest de man niet zelf. Hij verzoekt immers om de woning aan een derde te verkopen zodat de lagere rente kan worden verdeeld.

Door toedeling aan de vrouw zal de man meer rente moeten betalen bij het aangaan van een nieuwe hypothecaire lening bij de aankoop van een woning. Dat verschil in rente is aanzienlijk. Dit nadeel heeft de man met behulp van een berekening van zijn hypotheekadviseur onderbouwd. De man berekent zijn nadeel als volgt.

De huidige hypothecaire schuld bedraagt circa € 252.000,- en heeft drie delen:

- een deel is aflossingsvrij met een rente van 1,02%; deze rente is vast tot 1 februari 2032;

- een deel is een annuïteitenhypotheek met een rente van 0,92%; deze rente is vast tot 1 februari 2032;

- een deel is een annuïteitenhypotheek met een rente van 0,89% (de rechtbank neemt aan dat met de rente van 89,00% in de berekening het percentage van 0,89% wordt bedoeld); deze rente is vast tot 1 februari 2031.

De man heeft in zijn berekening twee situaties tegen elkaar afgezet. In de ene situatie heeft hij de maandlasten opgenomen van de drie hypotheekdelen met voormelde rentepercentages. In de andere situatie heeft hij de maandlasten opgenomen met drie vergelijkbare hypotheekdelen tegen de huidige marktrente bij dezelfde geldverstrekker. De rente is dan gemiddeld 3,44 %. Het bedrag van € 19.201,74 is de helft van het verschil in de bruto maandlasten die man moet betalen gedurende de rentevaste perioden.

De rechtbank kan de vrouw niet volgen wat de wisselende rente betreft bij de annuïteitenhypotheek. De man is in zijn berekening namelijk in beide situaties uitgegaan van twee vergelijkbare delen annuïteitenhypotheek. In beide situaties zal het rentedeel dus veranderen in de aflossingen. De rechtbank kan de vrouw wel volgen wat het belastingvoordeel en de contante waarde betreft. De berekening van de man klopt in dat opzicht dus niet. De vrouw heeft daarentegen niet berekend wat de omvang van de vergoeding dan wel zou moeten zijn.

In redelijkheid zal de rechtbank zelf een vergoeding vaststellen. Die vergoeding stelt de rechtbank vast op een bedrag van € 9.696,88 (50,5% van € 19.201,74). De rechtbank komt tot dit bedrag door 49,5 % belastingvoordeel in mindering te brengen op de berekende vergoeding. De maandelijkse hypotheekrenteaftrek van de man is weliswaar lager, 35,82% of 37,48%, maar daar staat tegenover dat de man zijn nadeel onmiddellijk gecompenseerd krijgt. De vrouw daarentegen geniet pas na zeven jaar het volledige voordeel van de lagere rente.

Spoorboekje

Op de zitting is met partijen besproken dat de rechtbank het zogenaamde ‘spoorboekje’ in de beschikking zal opnemen. In het spoorboekje krijgt de vrouw de mogelijkheid de woning over te nemen. Mocht de vrouw niet binnen twee maanden na de beschikkingsdatum kunnen aantonen dat zij de woning tegen de getaxeerde waarde kan overnemen met ontslag van de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypothecaire schuld, dan zal de woning moeten worden verkocht en geleverd aan een derde. Partijen kunnen dan ieder voor de helft de lagere rente desgewenst meenemen.


Bron: Rechtspraak

Fintool: In het artikel van 25 augustus 2025 is in de Fintool voetnoot al gewezen op 'toewijzing woning = compensatie' kans.

Modules & dossiers

Opvoerdatum

19 sep 2025

Laatst gewijzigd

19 sep 2025

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg toegang tot de Kennisbank, Helpdesk en AI assistant.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1