Ten tweede is het ISO voorstander van het uitgaan van de actuele studieschuld bij het bepalen van de hoogte van de hypotheek. Bij vervroegde aflossing en bij nog maar korte resterende looptijd van de studieschuld kan een kredietverstrekker gebruik maken van de zogeheten explainmogelijkheden. De kredietverstrekker kan dan, indien verantwoord, een ruimer krediet verstrekken dan op basis van de hypothecaire leennormen is toegestaan. Minister I. van Engelshoven heeft geen signalen dat aanbieders verkeerd omgaan met deze explain.
Het Nibud onderzoekt momenteel of het wenselijk is om de wegingsfactoren te verlagen. De resultaten van het onderzoek worden meegenomen in het NIBUD-advies voor de leennormen in 2019.
Als laatste pleit het ISO voor betere voorlichting. Op de website van DUO stond al uitleg over hoe studieschulden meewegen bij hypotheekverstrekking. In reactie op de berichtgeving is de vindbaarheid van deze informatie verbeterd, door bij de pagina’s over lenen en over terugbetalen een link naar die informatie toe te voegen.
Bij het verstrekken van een hypothecair krediet dient de kredietverstrekker op grond van de Wet Financieel Toezicht (Wft) informatie over de financiële positie van de consument in te winnen om overkreditering van de consument te voorkomen. Hierbij moet rekening worden gehouden met de financiële verplichtingen die een consument heeft. Hier vallen ook studieschulden onder.
De mogelijkheden om de huurgeschiedenis van een consument te gebruiken om te onderbouwen waarom een hogere hypotheek kan worden verstrekt, zijn vorig jaar in kaart gebracht bij het Platform hypotheken. Tijdens het platform zijn verschillende door adviseurs aangedragen casussen besproken van starters die van een huurwoning naar een koopwoning wensen te verhuizen. Uit de aangedragen casussen bleek niet aantoonbaar dat koopstarters die van een huurwoning naar een koopwoning wilden doorstromen, belemmerd worden door de inkomensnormen. Op basis van hun financiële situatie werd gezamenlijk geconcludeerd dat de gewenste hoogte van de hypotheeklening in de meeste gevallen niet verantwoord was. Een verhuizing naar een goedkopere koopwoning of voorlopig blijven huren lijken dan meer verantwoorde alternatieven. In individuele gevallen kan het voorkomen dat een hogere hypotheek wel degelijk verantwoord is. In dergelijke situaties kan via maatwerk de gewenste hypotheek verstrekt worden. Het is belangrijk dat de aanbieder dan goed onderbouwt waarom het in het individuele geval wel verantwoord is om van de inkomenscriteria af te wijken, waarbij naast de huidige huurlasten ook moet worden gekeken naar de hele financiële situatie van de consument.
|
Oude stelsel |
Nieuwe stelsel |
Gemiddelde schuld |
15.000 |
21.000 |
Wegingsfactor |
0,75% |
0,45% |
Maandlast waarmee voor hypotheek rekening wordt gehouden |
€112,50 |
€94,50 |
Uitgaande van een hypotheekrente van 2,3% in 2018 en een inkomen van 30.000 euro, daalt de maximale hypotheek onder het oude stelsel (bij een studieschuld van 15.000 euro) met ongeveer 37.000 euro (maximale hypotheek daalt van 200.000 euro naar 163.000 euro) en onder het nieuwe stelsel (bij een studieschuld van 21.000 euro) met ongeveer 31.000 euro(maximale hypotheek daalt van 200.000 euro naar 169.000 euro). [Bron; Kamervragen document 3, zie onder bij downloads]
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99