Verplichte Medewerking aan Levering na Executieverkoop – Analyse van ECLI:NL:RBDHA:2025:19366

Feiten van de Zaak

• De schuldenaren ([gedaagde 1 en 2]) zijn eigenaar van een woning waarop een hypotheek rust ten gunste van [eisers].
• Door wanbetaling is de hypothecaire lening opgeëist.
• In plaats van openbare veiling is gekozen voor onderhandse executieverkoop aan [interveniënten] voor €1.690.000, met rechterlijke goedkeuring.
• Er werd een addendum toegevoegd aan de koopakte met een leveringsdatum zes weken na goedkeuring (25 september 2025).
• De leveringsakte werd meerdere keren aangepast, maar [gedaagde 1] bleef medewerking weigeren.
• De voorzieningenrechter oordeelt dat deze weigering onrechtmatig is.

Juridische Vraag

Is de schuldenaar verplicht om mee te werken aan de levering van een woning aan de koper, wanneer deze levering plaatsvindt via een door de rechter goedgekeurde onderhandse executieverkoop en alle formele vereisten in acht zijn genomen?

Uitspraak van de Rechtbank

De rechtbank stelt:

• De hypotheekhouder heeft op basis van art. 3:268 BW het recht op executieverkoop.
• De onderhandse verkoop is goedgekeurd door de rechter, inclusief het leveringsmoment.
• De bezwaren van [gedaagde 1] tegen de leveringsakte zijn onvoldoende concreet of niet relevant.
• De medewerking wordt bevolen, op straffe van een dwangsom van €25.000 per dag met een maximum van €500.000.
• Lijfsdwang (gijzeling) wordt als dwangmiddel afgewezen, omdat het onvoldoende is onderbouwd dat lichtere dwangmiddelen niet werken.

De rechtbank kwalificeert de weigering van medewerking als onrechtmatig handelen jegens de hypotheekhouder.

Bron: De Rechtspraak