Met deze uitspraak volgt de Commissie van Beroep de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie als het gaat om de Europese richtlijn ‘oneerlijke bedingen voor consumentenovereenkomsten’. Een richtlijn die consumenten moet beschermen.
In navolging van de Geschillencommissie oordeelt de Commissie van Beroep dat a.s.r. de consument vóór het afsluiten van de beleggingsverzekering naar behoren heeft geïnformeerd over beleggingstechnische kosten, investeringskosten en over de zogenaamde eerste kosten. Anders is dat voor de poliskosten. Met de Geschillencommissie is de Commissie van Beroep van oordeel dat de vermelding ‘dat poliskosten maandelijks aan de verzekering zullen worden onttrokken in verband met administratiekosten’ niet toereikend is.
Over de nominale hoogte en het procentuele beslag op de premie ontbreekt informatie. De Europese richtlijn ‘oneerlijke bedingen’ verbiedt bedingen die het evenwicht tussen partijen aanzienlijk verstoren en schrijft voor dat bedingen duidelijk en begrijpelijk moeten zijn. Het beding over de poliskosten is nadelig voor de consument, maar niet duidelijk en begrijpelijk, zoals de Europese richtlijn voorschrijft. In een overeenkomst moet op een transparante manier uitgelegd worden hoe het mechanisme van het betrokken beding, in dit geval de poliskosten, werkt, zodat de consument kan inschatten wat de financiële gevolgen van het beding voor hem of haar zijn.
De Commissie van Beroep concludeert dat in deze zaak de consument op basis van de overeenkomst de economische gevolgen van het beding niet heeft kunnen inschatten. De verzekeraar heeft de concrete werking van het mechanisme van het betreffende beding niet transparant uitgelegd. Op geen enkele manier wordt toegelicht wat er onder de poliskosten valt en welke factoren de hoogte van de poliskosten bepalen. Dit brengt de Commissie van Beroep tot het oordeel dat het beding buiten toepassing moet blijven. Voor het inhouden van poliskosten is geen rechtsgrond en de verzekeraar moet de ingehouden poliskosten vermeerderd met de wettelijke rente terugbetalen aan de consument. Daarnaast dient de verzekeraar de kosten voor rechtsbijstand en de bijdrage voor de beroepsprocedure aan de consument te vergoeden.
Uitspaak CvB 2018-041 van consumenten tegen a.s.r. is bindend. De eerdere uitspraak van de Geschillencommissie (GC 2016-261) van 15 juni 2016 wordt op het punt van de poliskosten vervangen door de uitspraak van de Commissie van Beroep. Voor het overige blijft de uitspraak GC 2016-261 in stand.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99