Deze zaak gaat over de vraag of [eiser] (alimentatiebetaler) aanspraak kan maken op (onder meer) schadevergoeding omdat [gedaagde] (alimentatiegerechtigde) volgens [eiser] ten onrechte het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (hierna: LBIO) heeft ingeschakeld voor de inning van achterstallige alimentatie, waarna het LBIO beslagen heeft laten leggen bij [eiser].
Dit betreft twee zaken die geselecteerd zijn als proefprocedures voor het massaal bezwaar box 3 voor de jaren 2017 en 2018.
De rechtbank oordeelt dat het box 3-stelsel in 2017 en 2018 in strijd is met het discriminatieverbod van artikel 14 van het EVRM.
[gedaagde] heeft de coniferenhaag in 2004 geplant om een vrij gevoel, natuur en privacy te behouden. De coniferenhaag heeft ten tijde van de descente in onderhavige procedure een hoogte bereikt van ongeveer 11 meter. Een coniferenhaag van het soort “Leylandii” groeit jaarlijks met gemiddeld 80 tot 100 centimeter.
Hoewel de wet duidelijk is, blijven belastingplichtigen het proberen. Als achterblijvende partij in een koopwoning 100% hypotheekrenteaftrek opvoeren, waarbij 50% van de hypotheekrente als alimentatieverplichting wordt opgevoerd.
Na het overlijden van hun moeder op [overlijdensdatum] 2000 zijn beide zussen op grond van het testament van moeder gezamenlijk eigenaar geworden van de onverdeelde helft van het appartementsrecht. Nadien heeft de vader diens helft verkocht aan de dochters. Beide dochters zijn dan ieder voor 50% eigenaar. Een zus wenst het appartement (vakantiewoning) te verkopen, de andere zus niet.
In geschil bij het gerechtshof is de vraag of een schenking van de ouders van de vrouw met een uitsluiting zijn geschonken aan de vrouw. De vrouw was gehuwd op huwelijkse voorwaarden. De rechtbank had eerder de schenking(en) buiten het gemeenschappelijke vermogen gelaten.
De huidige eigenaar van een woning heeft het verschil tussen €700.000 (aankoopsom in 2007) en de huidige getaxeerde waarde (€500.000, bestemming bedrijfswoning/dienstwoning) gevorderd bij de verkopers in 2007. De huidige eigenaar is een rechtszaak begonnen omdat op de door verkoper aan koper (huidige eigenaar) verkochte en geleverde onroerende zaak de bestemming ‘dienstwoning’ blijkt te rusten.
De rechtbank heeft uitspraak gedaan over de vraag of de uitkering uit een levensverzekering toekomt aan de kinderen van overledene of de partner van overledene. Het voormalige echtpaar woonde niet meer samen en overledene had middels een testament de partner onterfd.
Wel is er sprake van een getekende partnerverklaring (weduweverklaring).
Gedaagde heeft een erfafscheiding (schutting) geplaatst, op eigen grond, waardoor een stuk grond dat door meerdere buren gebruikt wordt om bij hun woning te komen (met fiets/scooter/container) smaller is geworden.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg toegang tot de Kennisbank, Helpdesk en AI assistant.