Een Wwft-cliëntonderzoek mag ver gaan, maar niet zó ver dat een klant zijn dak boven het hoofd verliest. In een recente uitspraak kreeg ASN Bank een stevige tik op de vingers nadat zij – vanwege vermeende onvoldoende medewerking – niet alleen de zakelijke relatie opzegde, maar ook de volledige hypotheek van € 214.000 in één klap opeiste, rekeningen blokkeerde en een BKR-code 2 liet registreren. De rechter oordeelde dat ASN de zwaarwegende belangen van de klant onvoldoende had meegewogen en dat een termijn van zeven dagen tot executieveiling simpelweg onaanvaardbaar is.
Casus: Wwft-onderzoek ontspoort in veilingdreiging
ASN Bank start een cliëntonderzoek op grond van de Wwft nadat zij een aantal ongebruikelijke transacties ziet:
De bank verzoekt de klant herhaaldelijk om informatie en stukken, maar vindt de medewerking onvoldoende. Uiteindelijk trekt ASN de stekker uit de hele relatie:
Belangrijk detail: de klant heeft geen achterstand op de hypotheek en blijft de maandtermijnen gewoon betalen.
De klant stapt in kort geding naar de rechter en vraagt o.a.:
De voorzieningenrechter geeft hem op alle hoofdpunten gelijk.
Wwft-plicht versus zorgplicht: wat weegt het zwaarst?
ASN baseert de opzegging op:
De rechter gaat er in dit kort geding veronderstellenderwijs vanuit dat ASN op grond van art. 5 lid 3 Wwft inderdaad de klantrelatie moest beëindigen, omdat de klant niet genoeg meewerkte aan het cliëntonderzoek. De woninghypotheek valt volgens de definities in de Wwft óók onder deze “zakelijke relatie”. Maar daarmee is de bank er niet. Ook als de Wwft de plicht geeft om de relatie te beëindigen, blijft de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid gelden en moet de bank de contractuele zorgplicht in acht nemen. Cruciaal: de Wwft zegt niets over hoe en binnen welke termijn de relatie moet worden beëindigd. Dat wordt ingevuld door de zorgplicht van de bank.
Zwaarwegend belang: een dak boven je hoofd
De rechter weegt het belang van de klant zwaar: behoud van de woning is een primaire levensbehoefte. In een krappe woningmarkt is het zeer moeilijk om aan betaalbare woonruimte te komen, zeker wanneer je al eigenaar bent van een eigen woning. De conclusie: de bank moet bij de opzegging van de woninghypotheek bewust rekening houden met dit zwaarwegende woonbelang. Dat volgt rechtstreeks uit de zorgplicht in de ABV, die ook op de hypotheek van toepassing is.
Wat deed de bank volgens de rechter fout?
Het Hof noemt een aantal omstandigheden die, in samenhang bezien, maken dat de opzegging van de hypotheek naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Tel je deze factoren bij elkaar op, dan heeft ASN het de klant praktisch onmogelijk gemaakt om zijn woning te behouden, terwijl hij wél netjes betaalde en een zwaarwegend belang had bij behoud van de woning.
Geen link met hypotheekbetalingen
De rechter neemt nadrukkelijk mee dat het Wwft-onderzoek niet zag op de herkomst van de hypotheekbetalingen. Het ging om transacties naar derden en contante opnames, niet om de geldstroom waaruit de hypotheek werd betaald. Uit de stellingen blijkt bovendien dat de klant een ZZP’er is met veel overheidsopdrachten en dat over de legitimiteit van zijn hypotheekbetalingen niets is aangevoerd. De bank heeft ook niet gesteld dat daar iets mis mee was. Dat maakt de stap om de woninghypotheek “mee te nemen” in de beëindiging extra zwaar en – in deze vorm – onaanvaardbaar.
Uitkomst: hypotheek blijft bestaan, BKR-code 2 moet weg
Het Hof komt tot de voorlopige conclusie dat de hypotheek niet rechtsgeldig is opgezegd en dus nog steeds bestaat. Daaruit volgen de voorzieningen:
Wat betekent dit voor de praktijk?
a. Voor banken en andere Wwft-instellingen
b. Voor financieel adviseurs en hun klanten
Bron: de Rechtspraak
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99