Met de Wet werk en zekerheid (Wwz) is de maximale WW-duur verlaagd van 38 naar 24 maanden en is de opbouw van WW-rechten na tien dienstjaren vertraagd. Deze maatregelen moesten de WW “activerender” maken en de uitkeringslasten beperken. De evaluatie door Significant APE ligt nu op tafel, samen met de Kamerbrief van 20 november 2025 met de beleidsreactie van de minister van SZW.
De Wwz-duurverkorting kent twee knoppen:
Deze knoppen grijpen dus in op verschillende groepen cliënten: de oudere werknemer met een “vol” arbeidsverleden versus de mid-career werknemer die nog opbouwt.
Hoofdconclusie: WW wordt écht activerender (in goede tijden)
Zowel de Kamerbrief als de evaluatie zijn hier helder over:
Belangrijk voor de duiding: alle effecten zijn gemeten over de periode 2016–2019, dus in een tijd van een aantrekkende arbeidsmarkt en krapte. De onderzoekers waarschuwen expliciet dat de uitkomsten in een slechtere conjunctuur ongunstiger kunnen uitpakken – met name voor kwetsbare groepen.
Effect op WW-duur en kans op werk
Kortere uitkeringsduur
Per maand minder WW-recht vinden de onderzoekers:
Hogere kans op werk
Voor de kans op werk (minimaal één maand loondienst in de betreffende periode) geldt:
Kortom: korter WW-recht zet aantoonbaar meer mensen eerder aan het werk, zeker bij kortere rechten (vertraagde opbouw).
Wat gebeurt er met inkomen en baankwaliteit?
Hier ontstaat een belangrijk onderscheid tussen de twee maatregelen.
Maximering: activering zónder aantoonbare inkomensschade
Bij maximering zien de onderzoekers:
Voor de adviseur
Bij oudere cliënten met langere rechten lijkt de prikkel om sneller werk te accepteren niet ten koste te gaan van duurzame baankwaliteit; eerder het omgekeerde.
Vertraagde opbouw: sneller werk, maar vaak tegen lager loon
Voor de vertraagde opbouw zijn de effecten anders:
Voor de adviseur
Bij jongere/mid-career cliënten kan de verkorte WW-opbouw ertoe leiden dat zij eerder werk accepteren tegen een iets lager loon. Dat is relevant voor:
Geen “weglek” naar andere uitkeringen
Belangrijk gegeven uit beleidsperspectief – en ook relevant voor uw risico-inschatting:
Voor oudere WW-gerechtigden lijkt maximering zelfs te zorgen voor minder instroom in de IOW, doordat zij vaker (langer) werken tot aan de pensioengerechtigde leeftijd.
Bespaarde WW-lasten: forse bedragen
De evaluatie becijfert de effecten op de WW-uitkeringslasten (publiek gefinancierde deel):
De in de Memorie van Toelichting geraamde besparingen in de eerste jaren (2016–2017) zijn volgens de onderzoekers ruimschoots gehaald.
Kwetsbare groepen: let op bij slechtere conjunctuur
De evaluatie benadrukt dat de gemeten effecten positief zijn in een krappe markt, maar dat dit minder rooskleurig kan zijn wanneer de economie tegenzit:
Voor uw adviespraktijk betekent dit:
Rol van private aanvullingen en PAWW
Eerder schreef Fintool al over de “reparatie” van de duurverkorting via cao-afspraken en de Stichting PAWW. In de evaluatie zien we dat:
Voor u als adviseur betekent dit dat u bij werkgevers- en werknemersrelaties steeds het totaalpakket in beeld moet brengen:
Vervolgstap: input voor nieuwe duurverkorting WW
De minister geeft in de Kamerbrief aan dat zij de inzichten uit deze evaluatie meeneemt bij de verdere uitwerking van nieuwe plannen voor WW-duurverkorting waar momenteel aan wordt gewerkt. Voor u is dit een duidelijke hint:
Praktische gesprekspunten voor adviseurs
Tot slot een aantal concrete punten die u in klantgesprekken kunt gebruiken:
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99