In uitspraak Kifid 2025-0746 staat de vraag centraal of een financieel adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden door in 2009 bij een woningfinanciering een beleggingshypotheek te adviseren. De consument stelt dat het beleggingsresultaat is tegengevallen en dat hij uiteindelijk de hypotheek niet kan aflossen. Daarnaast is er een betwisting over een bijkomende vordering van de adviseur (een bedrag van €?10.500) dat de adviseur meent nog te kunnen verhalen. De kern is: was het advies passend, en is de vordering nog afdwingbaar?
Hieronder een overzicht van de belangrijkste feiten:
Jaar / moment | Gebeurtenis / omstandigheid |
---|---|
26 februari 2009 | De consument koopt een woning. |
vóór overname van dossier | Initieel advies via Hypotheek Visie Rijswijk, later dossier overgenomen door adviseur “Hypotheek Visie Rotterdam Vasteland B.V.” |
16 juni 2009 | Aanschrijving door verkoper wegens vertraging in levering van de woning |
2009 | Op advies van de adviseur sluit de consument bij Nationale Nederlanden een aflossingsvrije hypotheek gekoppeld aan een beleggingsrekening (beleggingshypotheek) met een hoofdsom van €155.000. |
Bij afsluiten hypotheek | Er moesten twee kredieten worden afgelost; de adviseur stelt dat hij de consument tijdelijk heeft voorgeschoten €10.500 om die aflossingen mogelijk te maken. |
26 juni 2009 | De hypotheekakte wordt gepasseerd, de woning geleverd. De consument wordt een bedrag in rekening gebracht vanwege de vertraging. |
Tussen 2009 en 2023 | De consument legt maandelijks in op de beleggingsrekening. Het rendement is, achteraf gezien, tegengevallen (niet voldoende om de lening aan het einde van de looptijd af te lossen). |
2023 | De adviseur stelt de vordering van €10.500 ter discussie en schakelt incassomaatregelen in. De consument weigert te betalen en stelt dat de vordering verjaard is. |
Klachtprocedure bij Kifid | De consument vordert schadevergoeding op grond van zorgplichtschending én een verklaring dat hij de €?10.500 niet verschuldigd is. De adviseur voert verweer. |
Belangrijke context: volgens de adviseur was de koop van de woning al onomkeerbaar (de ontbindende voorwaarden waren vervallen), waardoor beëindiging van de koop, of andere financieringsmogelijkheden, praktisch niet mogelijk waren zonder hoge kosten.
De zaak spitst zich toe op twee samenhangende juridische vragen:
Die vragen zijn normatief te beoordelen aan de hand van het contractuele kader (opdrachtovereenkomst) en de wettelijke regels over zorgplicht (artikel 7:401 BW e.a.) en verjaring (artikel 3:307 BW).
Hier is wat de Geschillencommissie (niet-bindend advies) heeft overwogen en beslist:
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99