Zij hebben gesteld dat zij op basis van de tussentijdse aflossing en de inmiddels kortere rentevastperiode hadden verwacht dat de boete voor vervroegde aflossing op de definitieve aflosnota lager zou zijn dan die op de pro forma aflosnota. Dit was niet het geval.
Uit de vaste lijn van uitspraken van de Geschillencommissie volgt dat Consumenten redelijkerwijs geen rekening hoeven te houden met omstandigheden anders dan rentedalingen, zoals – bijvoorbeeld – een fout in de berekening van de voorlopige aflossingsnota.
Het uitgangspunt dient dan ook te zijn dat zij mochten uitgaan van de juistheid van de boete voor vervroegde aflossing zoals vermeld op de pro forma aflosnota. De Commissie oordeelt dat de Bank de verschuldigde boete voor vervroegde aflossing per 19 mei 2020 opnieuw moet berekenen.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99