Om de begrijpelijkheid en vergelijkbaarheid tussen verschillende Wvp-producten te verbeteren zijn een drietal maatregelen genomen. Ten eerste, de uniformering van het begrippenkader voor begrippen die o.a. in Wvp-overeenkomsten worden toegepast. Het Verbond van Verzekeraars heeft hiervoor een begrippenlijst opgesteld waar toelichtingen van definities en de onderlinge vergelijkbaarheid te vinden zijn.
Ten tweede, heeft het Verbond een impacttabel ontwikkeld, hiermee wordt inzicht verschaft aan de klant over de mogelijke impact van de belangrijkste risico’s bij een specifieke variabele uitkering/product.
Ten derde, is de risicomeetlat in ontwikkeling. Dit betreft een verbetering van de schommelingenmeter die momenteel is opgenomen in het standaardmodel van verzekeraars. Het standaardmodel is een instrument dat pensioenuitvoerders gebruiken om deelnemers inzicht te verschaffen in de consequenties van de keuze voor een vast dan wel variabel pensioen. De schommelingenmeter hierop informeert de deelnemer hoeveel zijn pensioen ieder jaar kan veranderen, waarbij een getal van 1 (geen schommelingen) tot 7 (grote schommelingen) de sterkte van de schommelingen weergeeft. De nieuwe risicomeetlat geeft (financiële) risico’s m.b.t. de vaste daling en inflatie een prominentere plek. Daarmee kan de vergelijking, enerzijds tussen de vaste en variabele uitkering en anderzijds de vergelijking met producten van andere aanbieders inzichtelijker worden gemaakt.
De impacttabel is afgerond en zal het komend half jaar onder verzekeraars worden geïmplementeerd.
De zorgplicht in het geval een Wvp-aanbieder meerdere varianten van de variabele uitkering aanbiedt, wil ik wettelijk gelijk trekken met de keuze voor een bepaald beleggingsprofiel. Dit ziet specifiek op de situatie dat een pensioengerechtigde een keuze kan maken voor de wijze waarop hij zijn pensioenvermogen wil verdelen tussen een vastgestelde en variabele uitkering bij eenzelfde pensioenuitvoerder (i.e. een combinatieproduct met een vast en variabel gedeelte). In beide varianten is sprake van keuzemogelijkheden die impact hebben op de mate van beleggingsrisico dat een deelnemer loopt. Na wijziging van de wet op dit punt biedt de pensioenuitvoerder in geval van een combinatieproduct de meest geschikte combinatie van een vast en variabel pensioen aan, in aansluiting op diens risicoprofiel.
Ik ben voornemens om de partnerdefinitie zo snel als kan in te voeren, echter de snelheid mag niet ten koste gaan van de zorgvuldigheid. Mogelijk worden samenwonenden, door de uitgebreide partnerdefinitie, onterecht als partners beschouwd (bijvoorbeeld gedurende de studententijd). Deze situaties ga ik bespreken met de pensioensector, zodat voor eventuele uitvoeringsproblemen een gepaste oplossing kan worden gevonden. Ik ben voornemens om de uniformering van het partnerbegrip mee te laten lopen in het wetsvoorstel inzake de uitwerking van het Pensioenakkoord. De beoogde inwerkingtredingsdatum voor beide wetten is 1-1-2022, hetgeen geen tijdsverlies betekent. Door de uniformering van het partnerbegrip in dit wetstraject mee te nemen, is er voldoende tijd om met de sector uitvoeringskwesties te bezien.
Bron: Rijksoverheid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99