Belanghebbende heeft het op peildatum geheel in eigen hand om een vordering ter grootte van € 560.000 te doen onstaan. Het Hof bepaalt de waarde van het wilsrecht op peildatum daarom op € 560.000. Dat het bedrag van de, uit hoofde van de op peildatum bestaande aanspraak voortvloeiende, vordering op dat tijdstip nog niet is geëffectueerd (het concrete bedrag van de vordering is op peildatum nog niet geclaimd en eerst op 28 januari 2014 aan belanghebbende ter beschikking gesteld) is op zichzelf genomen niet van belang, aangezien de mogelijkheid tot het vorderen van het bedrag van die schadevergoeding bepalend is voor de waarde in het economische verkeer en niet de directe beschikbaarheid .
Voor zover belanghebbende in hoger beroep nog betoogt dat op het recht de vrijstelling van artikel 5.10, eerste lid, letter c, Wet IB (rechten op kapitaalsuitkeringen die uitsluitend kunnen plaatsvinden bij invaliditeit, ziekte of ongeval) van toepassing is, volgt het Hof belanghebbende daarin niet. Blijkens de wetsgeschiedenis heeft deze vrijstelling het oog op voorwaardelijke rechten uit hoofde van verzekeringspolissen. Daarvan is in de onderhavige situatie geen sprake.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668