Nabestaandenuitkering Anw - aanvullend hypotheekadvies

Sinds 1 juli 2015 wordt voor de nabestaandenuitkering Anw de kostendelersnorm gehanteerd. Woont er iemand van 21 jaar of ouder op het adres van de nabestaande? Dan krijgt de nabestaande misschien minder Anw-uitkering.

Hoe werkt de kostendelersnorm
Wonen nog andere mensen van 21 jaar of ouder bij de consument in huis? Dan kunnen zij meebetalen in de kosten van het  huishouden. Deze mensen noemen we 'kostendeler'. Woont bij de nabestaande een kostendeler? Dan wordt vanaf 1 juli 2015 de Anw-uitkering lager.

De Anw wordt in stapjes verlaagd als:

• het thuiswonend kind 21 jaar wordt en geen opleiding of studie volgt;
• er iemand van 21 jaar of ouder inwoont of komt wonen en die niet als partner telt

De Anw wordt in stapjes verlaagd
Woont bij de nabestaande een kostendeler? Dan wordt vanaf 1 juli 2015 de nabestaandenuitkering Anw in stapjes verlaagd.
Het normbedrag van 70% van het minimumloon wordt verlaagd per:

• 1 juli 2015 naar 68% (€ 1.114,31)
• 1 januari 2016 naar 65% (€ 1.072)
• 1 januari 2017 naar 60% (€ 990)
• 1 januari 2018 naar 55% (€ 907)
• 1 januari 2019 naar 50% (€ 820)

Elk jaar worden in januari en juli de bedragen aangepast. De bedragen tussen haakjes zijn gebaseerd op het normbedrag per 1 juli 2015. Dit is een voorbeeld, zo krijgt u een beeld hoe de maximale Anw uitkering geleidelijk wordt verlaagd.

De overige inkomsten worden helemaal of gedeeltelijk van het normbedrag afgetrokken. Woont er geen kostendeler meer bij de nabestaande? Dan krijgt de nabestaande weer het maximale normbedrag van 70% (mits aan overige criteria voldaan wordt voor ANW-uitkering).

Vanwege de kostendelersnorm kan het zinvol zijn te bespreken of de bestaande overlijdensdekking volstaat, danwel de consument te informeren over de kostendelersnorm.

Er is geen sprake van een kostendeler als:

•     iemand op uw adres woont die een studie of opleiding volgt en hiervoor studiefinanciering kan krijgen
•     er een 'commerciële relatie' is. Dat betekent dat:

    - u bij iemand anders een kamer huurt, of

    - u kostganger bent, of

    - iemand bij u een kamer in huis huurt, of

    - iemand bij u kostganger is.

U moet deze relatie wel kunnen bewijzen met een schriftelijke overeenkomst en bewijzen van overmaking van de huur. Met uw kind, kleinkind, vader, moeder, broer of zus kunt u geen commerciële relatie hebben. Met bijvoorbeeld een neef, nicht, oom of tante kunt u wel een commerciële relatie hebben.

Bron: SVB