Hypotheekgever vertrouwt financials amper

Daaruit blijkt ook dat het vertrouwen alleen hersteld kan worden door toezichthouders meer wettelijke bevoegdheden te geven om financiële producten te controleren. Hierbij hebben hypotheekbezitters meer vertrouwen in De Nederlandse Bank dan in de AFM en de overheid.

Het is voor veel hypotheekbezitters onduidelijk wat ze voor hun hypotheek aan afsluitprovisie hebben betaald; een derde heeft achteraf het gevoel teveel te hebben betaald. Veel hypotheekbezitters zien daarom graag een alternatief voor het provisiesysteem. Sowieso wil de hypotheekbezitter dat de wetgeving meer controle uitoefent op de beloning.

Een op de drie hypotheekbezitters maakt zich zorgen over de waardeontwikkeling van zijn woning, en tweederde voorziet financiële problemen wanneer de hypotheekrenteaftrek wordt afgeschaft. Verder sluit 15 procent van de hypotheekbezitters een faillissement van hun hypotheekverstrekker niet uit en heeft nog geen driekwart vertrouwen in de eigen financiële toekomst.

Opvallend is dat 80 procent van de hypotheekbezitters vertrouwen heeft in de verstrekker van zijn eigen hypotheek. Hierbij zijn de verschillen per verstrekker groot, variërend van nog geen tweederde naar ruim 90 procent. Ook opvallend het vertrouwen in de hypotheekverstrekker is groter dan het vertrouwen in de hypotheekwinkel of de tussenpersoon waar men de hypotheek heeft afgesloten.

Klanten zijn sceptisch over het voornemen van de financiële sector om de klant centraal te stellen. Slechts de helft heeft er vertrouwen in dat dit gaat lukken.

Bron: Hypotheken Event 2010