In juli 2015 is de Implementatiewet ADR in werking getreden. Daarin is vastgelegd dat de procedures van de SKGZ en het Kifid dienen te voldoen aan Europese kwaliteitseisen.

Er zijn bij NHG veel vragen binnengekomen over toepassing van de LTV-normen bij financieringen waarbij sprake is van energiebesparende voorzieningen. De normen hierover zijn relatief open gesteld en kunnen ruim geïnterpreteerd worden. Dat wil zeggen: ruimer dan de wettelijke leennormen, zoals beschreven in de Tijdelijke Regeling Hypothecair Krediet. NHG geeft in een toelichting aan dat deze ruime interpretatie niet is toegestaan.

Collectieve pensioenregelingen, met name de regelingen van  pensioenfondsen waarin veel deelnemers zitten, kennen sinds jaar en dag geregeld de bepaling dat het partnerpensioen gekort kan worden indien de nabestaande partner meer dan tien jaar jonger is dan de deelnemer. Elk jaar dat het leeftijdsverschil van tien jaar te boven gaat, leidt tot een korting van bijvoorbeeld 3% op het nabestaandenpensioen. Technisch gaat het daarbij om regelingen waarbij niet bekend is wie een partner heeft en waarbij voor iedereen partnerpensioen is meeverzekerd, rekening houdend met een bepaalde frequentie van partnerschap en een vast leeftijdsverschil tussen de partners. We spreken dan van een ‘onbepaalde partnersysteem’.  Deze varianten kennen hun oorsprong in de solidariteitsgedachte (het tegen een betaalbare premie afdekken van alle risico’s) en/of een vereenvoudigde administratie.

Op 18 januari 2016 heeft staatsecretaris Klijnsma van SZW uit coulance-overwegingen de Sociale Verzekeringsbank (SVB) verzocht met terugwerkende kracht tot 1 januari 2013 de afkoop van kleine pensioenen niet te korten op de AOW-partnertoeslag. Hiermee komt zij terug op haar standpunt in de brief van 8 december 2015.

Branchevereniging VNAB heeft 8 maart 2016 het Sanctiepl@tform gelanceerd. Met behulp van dit platform kan de verzekeringsmarkt snel en efficiënt aan de Sanctiewet- en regelgeving voldoen. De (Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs) VNAB en het Verbond van Verzekeraars (Verbond) zijn daarmee actief om het werken met de regels van de Sanctiewet makkelijker te maken.. Het Verbond onderhandelt nog met DNB over duidelijkheid aangaande de verplichtingen en de juiste toepassingen.

Voor financiële dienstverleners is het van belang de inkomenspositie van hun klant te inventariseren. De bron van inkomen speelt daarbij een belangrijke rol. U moet als medewerker in de financiële dienstverlening weten of uw klant inkomen heeft uit arbeid in dienstverband, resultaat uit overige werkzaamheden , uit een onderneming of anderszins. Voor ondernemers voor de inkomstenbelasting verandert de wijze waarop de relatie met opdrachtgevers moet worden aangetoond. De wetswijziging kan gevolgen hebben voor het geven van financiële adviezen, afhankelijk van het specialisme van de adviseur. Omdat dit over de breedte van de hele financiële dienstverlening gevolgen kan hebben, plaatsen we dit artikel onder Wft Basis.

In het artikel op WftNU “wijzigingen Wft Consumptief Krediet 2016” (van 7 januari 2016)  kwam het onderwerp crowdfunding ter sprake. Op 19 januari 2016 heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) met vertegenwoordigers van crowdfundingplatforms om de tafel gezeten. Het doel van deze bijeenkomst was om in gesprek te gaan over de wijze van invulling van de voorschriften voor crowdfundingplatforms en gewenste wijzigingen daarin.

De Commissie van Beroep van het Kifid heeft een eindoordeel gegeven in een zaak van een verzekering, met verborgen kosten. De uiteindelijk toegewezen vergoeding aan de klant ligt bijna 8 keer zo hoog als in eerste aanleg was bepaald. Dat kan van grote invloed zijn op andere zaken waarbij verborgen kosten in beleggingsverzekeringen een rol spelen.

Een gevolmachtigde stuurt aanmaningen maar die sluiten niet aan bij de regels uit de wet en de bepalingen in de polis. De geschillencommissie is snel klaar. De gevolmachtigde heeft niet aangetoond verzekerde overeenkomstig de wet te hebben aangemaand en moet de schade als gevolg van de opschorting van de dekking vergoeden.

In het kader van echtscheiding kunnen partijen in een echtscheidingsconvenant afspraken maken over de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en de verdeling van pensioenrechten. Hierin kan men afwijken van het regelend recht in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (WVPS) en de Pensioenwet (PW).Nadat de echtscheiding is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, is de scheiding een feit.Dat desondanks het echtscheidingsconvenant nadien kan worden aangevochten en de verdeling kan worden bijgesteld, blijkt uit een uitspraak van Gerechtshof Amsterdam (zie externe link).