Regelgeving binnen de financiële dienstverlening wordt steeds meer op Europees niveau gelijkgetrokken. Enkele jaren geleden is er een Europese richtlijn vastgesteld met betrekking tot hypothecaire kredieten: de Mortgage Credit Directive (MCD).  Op 21 maart 2016 moet deze richtlijn in Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd.

De Hoge Raad heeft in haar uitspraak op 13 juni 2014 bepaald dat een telefoonabonnement met een gratis toestel moet worden beschouwd als een kredietovereenkomst. In haar uitspraak van 12 februari 2016 geeft de Hoge Raad verdere invulling aan haar eerdere uitspraak. Zij richt zich hierbij vooral op de vereiste precontractuele informatie.

De Eerste Kamer heeft op 24  januari 2017 ingestemd met de wijziging van de Arbowet. De wijziging gaat op 1 juli 2017 in. De belangrijkste wijzigingen zien op de rol en taken van de bedrijfsarts en op de preventiemedewerker. 

In ons bericht van 27 mei 2015 stonden we, voor de module Basis, stil bij de introductie van de Wet Pensioencommunicatie. Het doel van deze wet is de pensioendeelnemer duidelijk(er) te maken hoeveel pensioen hij kan verwachten en welke keuzes hij heeft. De wijze van communiceren moet beter op de deelnemers worden afgestemd. Vanaf uiterlijk 1 juli 2016 moeten pensioenuitvoerders met actieve deelnemers gaan communiceren via ‘pensioen 1-2-3’.  Voor inactieve deelnemers geldt dat dit uiterlijk vanaf 1 juli 2017 moet gebeuren. In dit bericht gaan we dieper in op deze nieuwe communicatietool.

Derivaten zijn financiële instrumenten die zijn afgeleid van effecten, valuta, rentevoeten etcetera. Iemand die in derivaten belegt, loopt een groot risico. De meeste derivaten kenmerken zich door een hefboomeffect, waardoor de waarde makkelijk kan dalen tot nihil of zelfs negatief kan worden. Toch is er één risico dat derivatenbeleggers sinds 1 april 2016 niet meer lopen. Wanneer een beleggingsonderneming (dit kan een bank, beleggingsonderneming of clearinginstelling zijn) voor haar cliënten derivatenposities aangaat met een derde, valt dit derivatenvermogen buiten een eventueel faillissement van die beleggingsonderneming.

Het Verbond van Verzekeraars (Verbond) en de Nederlandse Vereniging van Gevolmachtigde Assurantiebedrijven (NVGA) hebben de Leidraad Klantbelang Centraal (KBC) ontwikkeld. Met deze richtlijn kunnen gevolmachtigden hun bedrijfsvoering toetsen op regelgeving en normering op het gebied van klantbelang.

De VNAB publiceert voorbeeldclausules die gebruikt kunnen worden samen met de in de co-assurantiemarkt gebruikelijke polisvoorwaarden. Een aantal van deze clausules is gewijzigd en er is een nieuwe procedure ingevoerd die in de plaats komt van de deponering van de clausules.

Het Verbond van Verzekeraars (Verbond) heeft samen met de Nederlandse Vereniging van Gevolmachtigde Assurantiebedrijven (NVGA) een handreiking opgesteld voor de fraudebeheersing door Gevolmachtigde Agenten. Deze handreiking wordt het “Spoorboekje Fraudebeheersing” genoemd.

Een klant heeft een lijfrenteverzekering afgesloten. De verzekering kent een gegarandeerd rendement van 4%. De klant heeft de lijfrenteverzekering al een paar keer verlengd. Daarna heeft hij de lijfrenteverzekering premievrijgemaakt. De klant wil de lijfrenteverzekering ook daarna nog verlengen en het garantierendement over de opgebouwde waarde behouden. Daar gaat de verzekeraar niet mee akkoord. De klant stapt naar het Kifid om zich daarover te beklagen.

In april 2017 gaf toenmalig staatssecretaris van Financiën Wiebes in een brief aan hoe de eigenwoningregeling fiscaal uitwerkt bij belastingplichtigen met een verschillend eigenwoningverleden. De volgens hem onwenselijke uitwerking hiervan werd op 30 januari 2018 via een besluit gerepareerd. Partners die gezamenlijk een woning kopen, maar een verschillend eigenwoningverleden hebben, kunnen sindsdien toch in veel gevallen de hele lening voor de woning aanmerken als eigenwoningschuld.   De wetsinterpretatie uit 2017 was een andere dan tot dan toe gebruikelijk was. Adviezen waren daarop niet ingericht. Het Kifid boog zich over de vraag of de adviseur ook vóór 2017 zijn advies had moeten inrichten volgens de nieuwe fiscale interpretatie die in de Kamerbrief uiteen is gezet.