Staatssecretaris Nobel heeft het wetsvoorstel niet-indexeren van de maximum uurprijzen aangeboden aan de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk om de maximum uurprijzen binnen de kinderopvangtoeslag in 2026 eenmalig niet te indexeren.

Het kabinet verhoogt de vergoeding voor de kinderopvangkosten opnieuw. Hierdoor zullen de maximum uurprijzen voor 2023 in totaal met 1,74% extra stijgen voor alle vormen van kinderopvang.

Ouders kunnen in 2021 kinderopvangtoeslag krijgen voor alle opvanguren die zij hebben doorbetaald. De hoogte van de kinderopvangtoeslag hangt in 2021 daardoor niet af van het aantal gewerkte uren.

Jaarlijks worden de maximum uurprijzen van de kinderopvangtoeslag met ingang van 1 januari geïndexeerd. De indexatie is een gewogen gemiddelde van de ontwikkeling van de loonvoet bedrijven (80%) en de ontwikkeling van de consumentenprijsindex (20%).

Staatssecretaris Van 't Wout stuurde het voorstel van wet tot wijziging van de Wet kinderopvang in verband met enkele wijzigingen met betrekking tot het recht op kinderopvangtoeslag naar de Tweede Kamer.

Per 1 januari 2019 verandert er een aantal regels op het terrein van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit zijn de wijzigingen in 2019 in alfabetische volgorde:

In 2017 is 97,5 miljard euro uitgegeven aan zorg, 2,0 miljard meer dan in 2016. De zorguitgaven groeiden minder hard dan de economie in 2017. Uitgaven aan kinderopvang stegen met 7,2 procent het meest. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe, voorlopige cijfers.

Per 1 januari 2018 verandert een aantal regels op SZW-terrein. Hieronder in het kort de wijzigingen van Kinderopvang, Arbeidsomstandigheden, Wajong en Minimumloon.

In een Kamerbrief gaat Minister L.F. Asscher uitgebreid in op de kabinetsplannen voor een nieuwe financieringssystematiek in de kinderopvang.

Deze rapportage geeft de ontwikkeling in het gebruik van kinderopvangtoeslag, arbeidsparticipatie, het aantal instellingen en uurprijzen weer over het derde kwartaal van 2014.

Minister Asscher (SZW) informeert de Tweede Kamer over het partnerbegrip kinderopvangtoeslag. Door een aanpassing in het fiscaal partnerbegrip en het partnerbegrip voor de toeslagen vanaf 2012 wordt een in huis genomen ouder 'toeslagpartner' van een alleenstaande ouder.

In een enquête van FNV en de stichting Voor Werkende Ouders laten ouders weten uren voor kinderopvang te hebben ingeleverd, of dat een van de ouders is gestopt met werken. Minister Asscher stelde eerder dat de meeste ouders niet minder zijn gaan werken vanwege de dure opvang. Asscher wijt de teruggang in de kinderopvang vooral aan de crisis.

Het gebruik van kinderopvangtoeslag is in het eerste kwartaal van 2013 met 10% gedaald ten opzichte van het gemiddelde van 2012. Dat staat in een brief over de kinderopvangtoeslag waarmee de ministerraad heeft ingestemd op voorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Volgens het AD heeft het kabinet een meevaller van zo'n 300 miljoen euro op de vergoeding voor de kinderopvang. Vanwege de hogere eigen bijdrage en de stijgende werkloosheid doen ouders veel minder beroep op de regeling dan verwacht. Uit een onderzoek van vakbond Abvakabo FNV blijkt dat de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag naast effecten op het aantal kinderen en uren die worden afgenomen ook direct effect op de kwaliteit en werkgelegenheid binnen de sector.

Ouders die in 2012 en 2013 de kinderopvangtoeslag niet op tijd hebben aangevraagd, waardoor zij minder geld ontvingen dan wanneer zij hun aanvraag eerder hadden ingediend, krijgen alsnog de mogelijkheid de toeslag voor die jaren aan te vragen. Dit heeft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekend gemaakt. Om ouders in de toekomst meer tijd te geven om de kinderopvangtoeslag aan te vragen, kunnen zij vanaf 1 januari 2014 kinderopvangtoeslag aanvragen vanaf de maand waarin de ouder de aanvraag doet en drie maanden daarvoor. De kosten voor het uitstel van de maatregelen schat de minister op ongeveer 30 miljoen euro.

Vanaf 2012 is het beperkt mogelijk kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht aan te vragen. Het consumentenprogramma Kassa (VARA) besteedde hieraan in de uitzending van zaterdag 19 januari (opnieuw) aandacht. In de uitzending van Kassa werd verteld dat ouders die in 2012 achteraf nog voor 2011 kinderopvangtoeslag hebben aangevraagd, voor heel 2012 kinderopvangtoeslag kunnen krijgen. Dit is niet juist.

Volgens het CBS ontvingen in 2011 ruim een half miljoen ouders kinderopvangtoeslag. Gemiddeld bedroegen de opvangkosten per ouder EUR 7.300. Hiervan betaalden de ouders gemiddeld EUR 2.000. Het restant kwam uit de kinderopvangtoeslag.

In 2013 krijgen de meeste ouders minder kinderopvangtoeslag van de overheid, ouders zullen zelf een groter gedeelte van de kosten moeten betalen. Dit blijkt uit het besluit kinderopvangtoeslag dat op 18 oktober 2012 is gepubliceerd.