MijnFintool

Nieuws

Schenking teruggedraaid – Geen schenkbelasting dankzij dwaling

In de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 8 oktober 2025 (ECLI:NL:GHSHE:2025:2772) stond een fiscale vraag centraal die vaak voorkomt in de praktijk: wat gebeurt er als een schenking die onbedoeld belast is, weer wordt teruggedraaid? Mag de begiftigde dan alsnog afzien van schenkbelasting? Het hof bevestigt dat dit mogelijk is als er sprake is van wederzijdse dwaling.

Feiten van de Zaak

  • In 2014 ontving belanghebbende van zijn ouders een schenking van €70.624 voor zijn eigen woning, waarop de eenmalig verhoogde vrijstelling (jubelton) van toepassing was.
  • In 2018 ontving hij opnieuw een schenking van €29.375 voor een verbouwing van zijn woning. De ouders en belanghebbende dachten dat deze ook onder de vrijstelling viel.
  • De Belastingdienst wees in 2020 het verzoek om vrijstelling voor deze tweede schenking af, omdat de vrijstelling slechts één keer gebruikt mag worden.
  • In 2021 betaalde belanghebbende het bedrag terug aan zijn ouders en stelde dat de schenkingsovereenkomst was vernietigd wegens dwaling of ontbonden.
  • De inspecteur legde een aanslag schenkbelasting op (€2.401) en weigerde deze te verminderen.
  • De rechtbank oordeelde in eerste aanleg (ECLI:NL:RBZWB:2023:4309) dat er sprake was van ontbinding met terugvordering; het hof bevestigde later dat sprake was van vernietiging wegens wederzijdse dwaling.

Juridische Vraag

De centrale juridische vraag luidde:

Kan een aanslag schenkbelasting worden verminderd tot nihil op grond van artikel 53 Successiewet 1956 als een schenking achteraf wordt terugbetaald wegens wederzijdse dwaling over de fiscale gevolgen?

Uitspraak van het Hof

Het hof bevestigde het oordeel van de rechtbank dat de schenking van 2018 rechtsgeldig was vernietigd wegens wederzijdse dwaling.

Belangrijke overwegingen van het hof:

  • Belanghebbende en zijn ouders verkeerden bij de schenking in 2018 in de veronderstelling dat deze vrijgesteld was van schenkbelasting. Deze veronderstelling was onjuist.
  • De vernietiging wegens dwaling was geloofwaardig en niet slechts “voorgewend” om belasting te ontlopen.
  • De terugbetaling van het volledige bedrag en een begeleidende brief aan de ouders onderstreepten de serieuze intentie.
  • Het hof paste artikel 6:228 lid 1 sub c BW toe (wederzijdse dwaling) en oordeelde dat de vernietiging leidde tot een ongedaanmakingsverplichting.
  • Op basis van artikel 53 Successiewet moest de aanslag daarom worden verminderd naar nihil.

Het hoger beroep van de inspecteur werd ongegrond verklaard.

Bron: de Rechtspraak

Modules & dossiers

Opvoerdatum

07 nov 2025

Laatst gewijzigd

07 nov 2025

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Graag eerst inloggen om deze pagina te bekijken.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg toegang tot de Kennisbank, Helpdesk en AI assistant.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1