De Kennisgroep premieheffing inhouding/Wtl heeft de vraag beantwoord op welke wijze de heffing van de Zorgverzekeringswet plaatsvindt bij het uitkeren van een stamrechtaanspraak als bedrag ineens.
De Kennisgroep aanmerkelijk belang heeft de vraag beantwoord of voor een erfgenaam voor bepaalde schulden, ontstaan door of vanwege een verkrijging krachtens erfrecht, het maximumbedrag van € 700.000 van artikel 4.14a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 verhoogd kan worden, zonder dat bij deze erfgenaam sprake is van een fictief regulier voordeel in de zin van artikel 4.14a van de Wet inkomstenbelasting 2001.
De Belastingdienst heeft V&A 23-011 en V&A 23-012 gepubliceerd. V&A 23-011 behandelt de vraag hoe de bijspaarruimte kan worden vastgesteld in een pensioenregeling waarop het nieuwe fiscale pensioenkader van de Wet toekomst pensioenen van toepassing is. V&A 23-012 behandelt de vraag voor welke pensioengevende dienstjaren inhaal en/of inkoop nog mogelijk is op basis van het fiscale pensioenkader zoals dat gold vóór inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft een standpunt ingenomen over de vraag of bij een uitzending naar het buitenland, waarbij alleen wordt teruggekeerd als de situatie in het buitenland onveilig wordt, de woning in Nederland als eigen woning aangemerkt kan blijven.
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft een aantal vragen beantwoord over de toegestane einddatum van een overbruggingslijfrente.
[Zie ander item
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft het standpunt KG:070:2023:12 gewijzigd. Het betreft enkele redactionele wijzigingen. Daarnaast is situatie B verduidelijkt. Situatie C is toegevoegd. Situatie C uit de vorige versie van het standpunt is hernoemd naar situatie D. Verder is de beschouwing uitgebreid. Inhoudelijk zijn geen wijzigingen beoogd.]
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of sprake is van aftrekbare boeterente als een belastingplichtige in de geldleningsovereenkomst met zijn bv geen boeterenteclausule is overeengekomen en de lening te allen tijde boetevrij kan worden afgelost.
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft een vraag beantwoord over toepassing van de geldende wettelijke termijn in de situatie dat de begunstigde voor de uitkering bij leven ná de expiratiedatum maar binnen de wettelijke termijn bij leven komt te overlijden.
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft de vraag beantwoord of het mogelijk is om een levenslange lijfrente bij de eigen BV om te zetten in een tijdelijke lijfrente wanneer de gerechtigde reeds vijf jaar ouder is dan de AOW-leeftijd. Met dit standpunt wordt het standpunt KG:070:2022:18 ingetrokken.
Per 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen in werking getreden. Vanaf 21 augustus start er een brede voorlichtingscampagne vanuit de Rijksoverheid over de nieuwe pensioenregels, waarbij nauw wordt samengewerkt met vakbonden, werkgevers en Pensioenuitvoerders.
De Belastingdienst heeft diverse 'vragen en antwoorden' gepubliceerd.
De Kennisgroep premieheffing inhouding/Wtl heeft de vraag beantwoord of een werkgever de helft van de WGA-component in de vervangende premie Werkhervattingskas mag verhalen op het loon uit een Wsw-dienstbetrekking.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of de aflossingsvrije lening die vóór 2013 voor een in het buitenland gelegen woning is aangegaan als een bestaande eigenwoningschuld kan worden aangemerkt vanaf het moment dat belastingplichtige een kwalificerende buitenlandse belastingplichtige is.
De Kennisgroep onroerende zaken heeft de vraag beantwoord of een garage, die op ongeveer 70 meter van een woning is gelegen en in dezelfde bouwstijl en in hetzelfde jaar is gebouwd als de woning, een aanhorigheid van de eigen woning is.
De Kennisgroep successiewet heeft de vraag beantwoord hoe de leeftijdsgrens voor de eenmalig verhoogde vrijstelling voor de schenkbelasting wordt gehanteerd bij een reeks schenkingen.
Een belastingplichtige heeft een woning gekocht. De woning is een eigen woning. Voor de aankoop van de eigen woning is de belastingplichtige een familielening van € 200.000 aangegaan.
De Kennisgroep successiewet heeft de vraag beantwoord over welke rente bij een niet-direct opeisbare lening tussen natuurlijke personen gehanteerd moet worden om een schenking te voorkomen.
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft de vraag beantwoord of voor de imputatie van het nettopensioen op de jaarruimte de nettofactor van het kalenderjaar of het voorafgaande kalenderjaar moet worden gehanteerd.
De Kennisgroep overdrachtsbelasting geeft antwoord op de vraag of het mogelijk is om een reeds toegepaste startersvrijstelling te herroepen zodat deze alsnog bij de aankoop van een nieuwe woning op een later moment kan worden gebruikt.
De Kennisgroep successiewet heeft de vraag beantwoord of na herroepen van een schenking waarvoor een beroep is gedaan op de eenmalig verhoogde vrijstelling, bij een nieuwe schenking door dezelfde schenker nogmaals een beroep kan worden gedaan op de eenmalig verhoogde vrijstelling.
Belastingplichtige bezit bitcoins. Door het ontstaan van forks in de blockchain van de bitcoin heeft belastingplichtige gratis verschillende nieuwe ander soort cryptomunten gekregen waarvan de waarde op de peildatum voor box 3 in de inkomstenbelasting enkele tonnen in euro’s vertegenwoordigt.
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft de vraag beantwoord of een recht op een ingegane reeks termijnen uit een lijfrenterekening of een lijfrentebeleggingsrecht overgaat op de erfgenamen van de genieter wanneer de uitbetaling van de eerste termijn aan de genieter op het moment van zijn overlijden nog niet heeft plaatsgevonden.
De Kennisgroep verzekeringsproducten en assurantiebelasting heeft de vraag beantwoord of het mogelijk is de termijnen van een uitkerende lijfrente te laten vaststellen op 1 januari van het jaar, volgend op het jaar waarin de wettelijke termijn op 31 december wordt overschreden.
De rekeninghouder van een lijfrenterekening of houder van een beleggingsrecht als bedoeld in artikel 3.126a van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) komt met de uitvoerder van zijn lijfrenteproduct overeen het tegoed van zijn rekening, dan wel de waarde van zijn recht, aan hem uit te keren in termijnen als bedoeld in artikel 3.126a, vierde lid, aanhef en onderdeel a, Wet IB 2001.
Ouders zien soms af van het wettelijk vruchtgenot van het vermogen van hun kinderen. Ook komt het voor dat ouders -die over een deel van het vermogen van hun kinderen NIET het ouderlijk vruchtgenot hebben- afzien van het verhalen van de inkomstenbelasting, die zij daarover verschuldigd zijn.
Is de vergoeding die wordt betaald door de man aan de vrouw voor het tijdelijk voortzetten van de hoofdelijke aansprakelijkheid voor een schuld aftrekbaar?
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.