Het conceptbesluit tot wijziging of invoering van enkele bepalingen die zien op de renseignering van gegevens door bepaalde aangewezen administratieplichtigen aan de Belastingdienst is gepubliceerd.
Consument en de Bank zijn bij het aangaan van de overeenkomst overeengekomen dat tot meerdere zekerheid voor de aflossing van een hypothecaire geldlening, de rechten uit twee, reeds bij een derde, verzekeraar, afgesloten levensverzekeringen aan de Bank zullen worden verpand. In 2017 is Consument erachter gekomen dat verpanding niet heeft plaatsgevonden. Dit heeft tot gevolg dat de waarde van de verzekeringen aan het einde van de looptijd van de lening niet ‘automatisch’ in mindering op de lening zullen worden gebracht en dat Consument de lening zelf zal moeten aflossen.
Een adviseur heeft verzuimd om schriftelijk vast te leggen dat Consument was geïnformeerd over de verschillende aanwendingsmogelijkheden van het lijfrentekapitaal, waaronder de constructie waarbij het fiscale regime van vóór 1992 behouden kon worden.
Een consument heeft zijn adviseur fiscaal advies gevraagd over een direct ingaande lijfrente. Volgens de adviseur was geen inkomstenbelasting verschuldigd over de uitkeringen. Nadien bleek dat wel inkomstenbelasting verschuldigd was. Consument heeft vervolgens een klacht ingediend bij Kifid.
Dit besluit wijzigt het besluit van 3 juni 2014, nr. BLKB 2014/816. Gewijzigd worden de onderdelen 3.2. en 9.1. over de zogenoemde andere-verzekeraarsanctie.
In 2016 was 19 procent van de 895 duizend zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) met een hoofdinkomen uit ondernemerschap verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. In de jaren daarvoor is dit aandeel steeds gedaald. In 2011 betaalde nog ruim 23 procent van de zzp’ers premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov). Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
De Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) bevat een opsomming van de toegelaten (binnenlandse
en buitenlandse) aanbieders van pensioenen. ‘Toegelaten’ houdt in dat bij deze aanbieders
pensioenovereenkomsten kunnen worden gesloten die ertoe leiden dat de daarop betrekking
hebbende aanspraken en premies niet tot het loon behoren.
Tussen partijen staat vast dat Verzekeraar ten onrechte aan Consument heeft medegedeeld dat er sprake was van een onbelast saldo van € 10.890,72. Op basis van de voorhanden zijnde stukken komt de Commissie echter tot de conclusie dat Consument redelijkerwijs op de hoogte had kunnen en dus moeten zijn dat de mededeling ten aanzien van het onbelaste saldo onjuist was.
Nederland kan lijfrentepremies die zijn betaald voor 1 januari 2001 of na 15 juli 2009 en van het inkomen zijn afgetrokken bij emigratie naar Frankrijk belasten. Dat is niet in strijd met het tussen Nederland en Frankrijk geldende belastingverdrag. Hetzelfde geldt voor pensioenpremies voldaan na 15 juli 2009. Dit heeft de Hoge Raad in een prejudiciële beslissing geantwoord op vragen die hem waren voorgelegd door de rechtbank Zeeland-West Brabant.
De Netspar-projectgroep ‘Zorgplicht voor pensioen’ heeft onderzocht hoe communicatie en zorgplicht kunnen worden verbeterd voor pensioenen in de tweede en de derde pijler. Hieronder kan de publicatie worden gedownload.
Staatssecretaris Klijnsma (SZW) heeft de Tweede Kamer de nota n.a.v. het verslag en de nota van wijziging inzake Wetsvoorstel vrijlating lijfrenteopbouw en inkomsten uit arbeid en bevordering vrijwillige voortzetting pensioenopbouw toegezonden.
Consumenten die zich oriënteren op pensioen in de derde pijler in de vorm van een lijfrentebeleggingsrecht, moeten erop kunnen vertrouwen dat zij de juiste informatie over dit complexe product krijgen. Daarom moeten aanbieders van een lijfrentebeleggingsrecht verplichte informatiedocumenten zoals de Financiële Bijsluiter (FB) en de Essentiële Beleggersinformatie (EBi) beschikbaar stellen.
De Belastingdienst informeert over de invoering van de Nettolijfrente- en Nettopensioenregeling en de daarmee samenhangende gegevensaanlevering aan de Belastingdienst.
Er is een nieuw besluit gepubliceerd (BLKB 2015 54, IBNW). Dit besluit wijzigt het besluit over de lijfrenten en periodieke uitkeringen (pu's) van 13 juni 2012, nr. BLKB2012/283M.
In dit besluit is het beleid over lijfrenten in de winstsfeer geactualiseerd, zoals dat is opgenomen in het besluit van 28 december 2004, nr. CPP2004/633M. Enkele standpunten zijn gewijzigd/verduidelijkt en er is een nieuw standpunt opgenomen.
Lager belastingtarief voor inwoners van Duitsland met een pensioen, lijfrente of sociale zekerheidsuitkering uit Nederland
Woont u in Duitsland en ontvangt u een pensioen, lijfrente of sociale zekerheidsuitkering uit Nederland? En betaalt u daarover volgens het nieuwe belastingverdrag met Duitsland voortaan in Nederland belasting? Dan geldt voor deze uitkeringen tijdelijk een lager belastingtarief.
Deze modelstamrechtovereenkomst kan uw werknemer gebruiken als hij een stamrecht wil onderbrengen bij een stamrecht-bv, en hij het stamrecht niet direct in wil laten gaan. Uw werknemer kan in deze modelovereenkomst een aantal zaken zelf invullen, zoals bijvoorbeeld het rentetarief. U moet erop letten dat uw werknemer met deze keuzes binnen de grenzen van de wet blijft.
Deze modelstamrechtovereenkomst kan uw werknemer gebruiken als hij een stamrecht wil onderbrengen bij een stamrecht-bv, en hij het stamrecht direct in wil laten gaan. Uw werknemer kan in deze modelovereenkomst een aantal zaken zelf invullen, zoals bijvoorbeeld het rentetarief. U moet erop letten dat uw werknemer met deze keuzes binnen de grenzen van de wet blijft.
Tijdens de plenaire behandeling van het Belastingplan 2013 heeft Staatssecretaris Weekers van Financiën toegezegd om in een later stadium nog nader in te gaan op de budgettaire effecten en uitvoeringstechnische aspecten van het omzetten van levenslooptegoeden in een pensioenproduct. Op 11 juli 2013 stuurde Staatssecretaris Weekers een brief aan de voorzitter van de Eerste Kamer waarin hij stelt dat er twee varianten denkbaar zijn om een bruto levenslooptegoed fiscaal geruisloos om te zetten in een lijfrente.
De overdracht van particulier kapitaal tussen financiële instellingen verloopt aanzienlijk sneller sinds het Verbond van Verzekeraars en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) medio vorig jaar een nieuw protocol overeenkwamen. Het overgrote deel van de kapitaaloverdrachten (95 procent) wordt nu gerealiseerd binnen veertien dagen nadat de overdragende partij alle benodigde documenten heeft ontvangen, zo blijkt uit een eerste evaluatie door het Centrum voor Verzekeringsstatistiek.
Sociale partners hebben de wens de per 1 januari 2015 voorziene aanpassing van het Witteveenkader aan te vullen met een spaarfaciliteit. Dit is dan een spaarfaciliteit met ingang van 1 januari 2015, waardoor in totaal een pensioenopbouw kan worden gerealiseerd die gelijkwaardig is aan een bruto-opbouw van 1,85%. Het kabinet heeft dit voorstel overgenomen.
In het voorstel is sprake van een aanvulling op het pensioen - op te bouwen via zogenoemde pensioenexcedentregelingen – met vrijstelling van vermogensrendementsheffing in box 3 van de inkomstenbelasting. Waar pensioen wordt opgebouwd uit brutoloon, wordt deze aanvulling opgebouwd uit het netto-inkomen.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.