Uitspraak Hof: Schenkingen aan schoondochter blijven in stand – geen misbruik of wilsonbekwaamheid vastgesteld

Feiten van de Zaak

• De weduwe (appellante) is geboren in 1931 en woonde in een seniorenwoning die zij in 2022 verkocht aan haar schoondochter (geïntimeerde).
• De verkoopprijs bedroeg €210.000, waarvan ca. €125.000 aan de schoondochter werd geschonken.
• In overleg met een financieel adviseur en de notaris zijn de verkoop en schenkingen voorbereid.
• Kort na de transactie stelt de weduwe dat zij door haar geestelijke toestand niet wist wat zij deed, en dat haar schoondochter misbruik maakte van de situatie.
• De rechtbank wees haar vordering tot vernietiging af; het Hof bevestigde dat oordeel.

Juridische Vraag

Zijn de verkoop van de woning en de schenkingen vernietigbaar op grond van:

• Een geestelijke stoornis ex art. 3:34 BW
• Misbruik van omstandigheden ex art. 3:44 lid 4 BW
• Of belangenverstrengeling ex art. 3:68 BW

Uitspraak van het Hof

Het Hof oordeelt dat:

1. Geen sprake is van wilsonbekwaamheid: Ondanks een latere diagnose van vasculaire dementie, is er geen bewijs dat de weduwe tijdens de verkoop en schenkingen haar belangen niet kon overzien.
2. Geen misbruik van omstandigheden: Er is geen druk of beïnvloeding vastgesteld; integendeel, meerdere getuigen bevestigen dat de weduwe bewust de schoondochter bevoordeelde, onder andere vanwege wantrouwen richting haar dochter en kleinzoon.
3. Geen belangenverstrengeling: De handelingen zijn door de weduwe zélf verricht, en niet via een volmacht door de schoondochter. Art. 3:68 BW is dus niet van toepassing.

Het Hof bekrachtigt de uitspraak van de rechtbank. Iedere partij draagt haar eigen kosten, gezien de familiaire context.

Bron: de Rechtspraak