De kamer- of hospitaverhuur in de eigen woning is in 2025 opnieuw onderwerp van beleidsmatige en fiscale discussie. Vanuit het Platform Hypotheken 2025, diverse Kamerbrieven, beleidsverkenningen en de publieke campagne "Hospitawijzer" blijkt een groeiende wens om hospitaverhuur te stimuleren. Tegelijkertijd blijkt uit alle beleidsstukken dat uitvoering, toezicht en fiscale rechtvaardigheid belangrijke hindernissen vormen voor uitbreiding van de bestaande vrijstelling. In dit uitgebreide overzichtsartikel brengen we alle recente ontwikkelingen samen: beleidsopties, fiscale implicaties, uitvoeringsbelemmeringen en inzichten uit de praktijk.
Wat is de kamer-/hospitaverhuurvrijstelling?
De kamer- of hospitaverhuurvrijstelling (art. 3.114 Wet IB 2001) maakt het mogelijk om – onder voorwaarden – onbelast een kamer te verhuren in de eigen woning. Dit geldt indien:
Bij toepassing blijft het verhuurde deel binnen box 1 vallen. Dat betekent behoud van renteaftrek over de gehele eigenwoningschuld, inclusief het verhuurde deel.
Beleidsverkenning 2025: vier opties op tafel
Naar aanleiding van de motie Van Vroonhoven (2024) is in 2025 een beleidsverkenning uitgevoerd. Hieruit zijn vier beleidsopties naar voren gekomen:
De effecten zijn wisselend. Optie 2 en 3 stimuleren mogelijk extra aanbod, maar zijn slecht controleerbaar. Afschaffing zou leiden tot hogere opbrengst en eenvoud, maar ook het verlies van hospitakamers. Een van de grootste belemmeringen blijkt het gebrek aan betrouwbare data: de Belastingdienst weet niet wie gebruik maakt van de vrijstelling, omdat geen aangifte-registratie bestaat. Ook CBS en ABF beschikken over onvoldoende gegevens. Een extra “vinkje” in de aangifte zou uitkomst kunnen bieden, maar dit is pas na 2030 uitvoerbaar.
Nieuwe wetgeving hospitaverhuur: meer flexibiliteit
In oktober 2025 reageerde minister Keijzer op Kamervragen over de nieuwe wetgeving hospitaverhuur. De wet, waarvan indiening begin 2026 wordt voorzien, moet leiden tot:
De overheid ziet potentieel voor 100.000 extra kamers. Maar dit is afhankelijk van fiscale stimulering, maatschappelijke acceptatie en uitvoerbare regelgeving. De minister erkent dat uitvoering pas effectief is met een huurregister. Hieraan wordt gewerkt, maar realisatie voor eind 2025 is “niet reëel”.
Praktische uitwerking: de Hospitawijzer
De website Hospitawijzer van Volkshuisvesting Nederland vertaalt beleid naar de praktijk. Belangrijke elementen:
De Hospitawijzer biedt daarmee ondersteuning voor potentiële hospita's, maar benadrukt ook complexiteit: regels verschillen per gemeente, toestemming is vereist, en duidelijke afspraken zijn cruciaal.
Fiscale en beleidsmatige aandachtspunten
A. Toerekening box 1 of box 3
Bij verhuur van meerdere kamers rijst de vraag of nog sprake is van "eigen woning". Verliest het pand zijn hoofdverblijfkarakter, dan verhuist (een deel van) de woning naar box 3 → verlies renteaftrek.
B. Subsidie op subsidie?
Verhuurder geniet:
Deze combinatie kan beleidsmatig als ondoelmatig of ongericht worden gezien.
C. Controle- en uitvoeringsproblemen
Zonder huurregister en zonder vinkje in de IB-aangifte is naleving en handhaving moeilijk. Uitbreiding of verdubbeling van de vrijstelling zonder controle leidt tot oneigenlijk gebruik.
D. Huurprijsbeperking via WWSO
De maximale huurprijs wordt begrensd via het puntenstelsel voor onzelfstandige ruimten. Dit beperkt de feitelijke werking van een verhoging van de vrijstelling.
Conclusie en vooruitblik
De beleidsdoelstelling van het kabinet – meer woonruimte zonder grootschalige nieuwbouw – kan mede ingevuld worden via hospitaverhuur. Zowel fiscale stimulering (via de vrijstelling) als juridische ruimte (via tijdelijke contracten) zijn hierbij cruciaal. Maar zolang registratie, controle en uitvoerbaarheid achterblijven, zijn beleidsmakers terughoudend.
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99