De consument compenseert zijn ex-vriendin nu voor het feit dat zij de rente niet kon meenemen.
Hij heeft een klacht ingediend omdat hij vindt dat de adviseur die compensatie in zijn advies had moeten betrekken en omdat de consument nu slechts 50% van de rente heeft meegenomen, terwijl hij achteraf bezien 100% had willen meenemen.
De commissie is van oordeel dat onjuist advies gegeven is en dat de eerst genoemde schade niet voor vergoeding in aanmerking komt en de tweede genoemde schade wel.
Omdat de consument en de ex-vriendin in 2022 uit elkaar gingen, waren zij allebei op zoek naar een nieuwe woning. De ex-vriendin heeft in dat kader contact opgenomen met de adviseur. De rente van de oude geldlening was lager dan de rentes van dat moment. Zij hebben toen gesproken over de mogelijkheden om de rente van de oude geldlening mee te nemen naar een nieuw te kopen woning. De ex-vriendin heeft toen benoemd dat, als zij de rente van de oude geldlening zou mogen meenemen en de consument niet, zij hem daarvoor zou willen compenseren. Zij vroeg of de adviseur een berekening van zo’n vergoeding zou willen maken en dat heeft hij toen gedaan. Vervolgens heeft de adviseur telefonisch navraag gedaan over de meeneemregeling, eerst bij de administrateur van de kredietverstrekker en later bij de kredietverstrekker zelf. Naar aanleiding van die telefoon-gesprekken heeft de adviseur in e-mails van 16 juni 2022 en 8 juli 2022 aan de ex-vriendin geschreven dat de consument en de ex-vriendin ieder 50% van de oude geldlening kunnen meenemen naar een nieuwe woning.
De adviseur betwist dat hij een onjuist advies gegeven heeft. Hij voert aan dat hij niet kon weten dat de consument en de ex-vriendin niet allebei 50% konden meenemen, omdat dit niet in de voorwaarden van de oude geldlening stond en omdat hij foutieve informatie kreeg na navraag bij (de administrateur van) de kredietverstrekker. De adviseur ging uit van de juistheid van de telefonisch doorgegeven informatie, omdat veel banken een dergelijke regeling hanteren.
Vaststaat dat de adviseur bij het uitbrengen van het advies ervan uitging dat zowel de consument als de ex-vriendin 50% van de rente konden meenemen. De consument is vervolgens op het verkeerde been gezet door het advies, omdat dit gebaseerd is op de misvatting dat de ex-vriendin ook 50% van de rente kon meenemen. Het advies was dan ook onvolledig en daarmee onjuist. Dat de adviseur zich baseerde op onjuiste informatie die hij van de kredietverstrekker ontving, komt voor zijn risico. Daarbij merkt de commissie overigens op dat het door de consument overgelegde Acceptatiekader 2022 van de kredietverstrekker wel vermeld dat na een relatiebreuk slechts één van de geldnemers gebruik kan maken van de meeneemregeling. Dit acceptatiekader is tijdens de mondelinge behandeling besproken. Toen stelde de adviseur dat het acceptatiekader niet relevant was, omdat de meeneemregeling in de voorwaarden ten tijde van het aangaan van de oude geldlening relevant waren. De commissie merkt echter op dat in het kader van het afsluiten van een nieuwe geldlening (en het meenemen van de oude rente) ook de acceptatie-voorwaarden van het moment van de nieuwe aanvraag van belang zijn. Uit hetgeen de partijen naar voren gebracht hebben, leidt de commissie af dat de adviseur het acceptatiekader niet geraadpleegd heeft op dit onderwerp.
Lees hier de volledige uitspraak.
Bron: Kifid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668