Het Hof oordeelt dat de woonplaatsfictie van artikel 2.2, lid 2, Wet IB 2001 niet meebrengt dat de uitgezonden ambtenaar voor de toepassing van de eigenwoningregeling geacht wordt zijn hoofdverblijf te hebben behouden in de woning waarin deze tot zijn uitzending woonde. Van een eigen woning in de zin van artikel 3.111, lid 1, Wet IB 2001 is geen sprake.
Aan een tekst op de website van het ministerie van Buitenlandse Zaken met betrekking tot de woonplaatsfictie kan belanghebbende geen gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen.
De zoon is vanaf zijn terugkeer in Nederland zelfstandig een huishouding gaan voeren en moet daarom vanaf dat moment worden aangemerkt als derde in de zin van artikel 3.111, lid 6, letter a, Wet IB 2001.
Het besluit van de Staatssecretaris van 2 november 2009 is niet van toepassing, omdat vaststaat dat de zoon bij aanvang van de uitzending is meeverhuisd naar het buitenland. Verder is niet aannemelijk dat de zoon de woning als kraakwacht heeft betrokken. De Inspecteur heeft de hypotheekrenteaftrek terecht gecorrigeerd.
De Hoge Raad heeft de middelen over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze middelen niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak.
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668