De vraag die daarom gesteld moet worden, is of het vereisen van een nieuwe hypotheekakte bij een heruitgifte van erfpacht een dusdanig onaanvaardbare eis van de Bank is. Consument wordt tot kosten gedwongen die hij niet wenst te maken en stelt dat de Bank bovendien geen belang heeft bij een nieuwe hypotheekakte. Consument heeft gesteld dat de rechten van de Bank niet wijzigen bij de heruitgifte van de erfpacht. De Bank heeft dat betwist. Daartoe heeft zij geciteerd uit de literatuur, waaruit kan worden geconcludeerd dat onzeker is of een hypotheek gevestigd op een appartementsrecht voort bestaat na heruitgifte van de erfpacht. Consument heeft deze lezing niet betwist, hij heeft alleen aangegeven dat dit probleem academisch van aard is en dat het probleem zich praktisch niet voordoet.
De Commissie is van oordeel dat, zelfs als het door de Bank opgeworpen probleem zuiver theoretisch en academisch is, het beleid om een nieuwe hypotheekakte verplicht te stellen niet onaanvaardbaar kan worden genoemd. Dat ander beleid ook, en wellicht zelfs beter, verdedigbaar is, maakt het gehanteerde beleid nog niet onaanvaardbaar.
Consument acht het onzorgvuldig dat de Bank hem in 2012 niet heeft geïnformeerd dat zij bij de heruitgifte van de erfpacht een nieuwe hypotheekakte zou vereisen. Dat tot heruitgifte zou moeten worden overgegaan omdat het erfpacht afliep, was reeds duidelijk toen Consument zijn overeenkomst van hypothecaire geldlening bij de Bank afsloot. Hij had op dat moment moeten worden geïnformeerd dat de Bank bij de daadwerkelijke heruitgifte een nieuwe hypotheekakte zou verlangen.
De Commissie is van oordeel dat het beleid van de Bank volgt uit de door haar gehanteerde voorwaarden, die hierboven in overweging 2.2 werden geciteerd, en dat er geen nadere informatieplicht kan worden aangenomen ten aanzien van beleid als het onderhavige waarvan de uitoefening op een ver verwijderd moment in de toekomst ligt.
De Commissie wijst de vordering van Consument af.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99