MijnFintool

Nieuws

Kort geding erfenis woning

[eiser 1] , [eiser 2] en [gedaagde] zijn alle drie erfgenamen in de nalatenschap van hun op 28 februari 2018 overleden vader. Aanvankelijk was het de bedoeling dat de woning zou worden verkocht, later heeft [gedaagde] de wens geuit dat zij de woning in eigendom wenst te verkrijgen samen met haar echtgenoot. [gedaagde] heeft daarom haar volmacht op het punt van verkoop van de woning ingetrokken.

Kern van het geschil is of partijen al dan niet een overeenkomst met elkaar hebben gesloten met betrekking tot de woning en of in dat verband van [gedaagde - erfgenaam 3] kan worden verlangd dat zij meewerkt aan 6de verkoop en levering van de woning aan derden, dan wel of van [eiser 1, erfgenaam 1] en [eiser 2, erfgenaam 2] kan worden verlangd dat zij meewerken aan de toedeling van de woning aan [gedaagde, erfgenaam 3].

Overeenkomst

Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan (artikel 6:217 lid 1 BW).

Een voorstel tot het sluiten van een overeenkomst, gericht tot één of meer bepaalde personen vormt een aanbod, indien het voldoende bepaald is en daaruit blijkt van de wil van de aanbieder om in geval van aanvaarding gebonden te zijn.

De aanvaarding is een tot de aanbieder gerichte wilsverklaring. De aanvaarding moet inhoudelijk met het aanbod overeenstemmen. Of hiervan sprake is hangt af van wat partijen hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen, overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten toekennen, hebben afgeleid.

Ontbreken getekende koopovereenkomst

[gedaagde] heeft - samen met haar echtgenoot - weliswaar bij email van 22 april 2018 een bod uitgebracht op de woning (van € 189.000,-), maar dat bod is niet aanvaard door [eiser 1] en [eiser 2] . Aanvaarding van dat bod kan, in tegenstelling tot hetgeen [gedaagde] beweert, niet worden afgeleid uit de WhatsApp-berichten van 16 en 17 april 2018 . Immers uit de overgelegde correspondentie blijkt dat een belangrijke voorwaarde bij toedeling/verkoop van de woning aan [gedaagde] was dat vóór 1 mei 2018 een voorlopige koopakte zou worden getekend door [gedaagde]. Van een getekende voorlopige koopakte tussen partijen is geen sprake.

Beslissing

De voorzieningenrechter bepaalt dat indien [gedaagde] ingebreke blijft haar medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning zoals hiervoor omschreven, dit vonnis in de plaats treedt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring van [gedaagde] teneinde deze te verkopen een [X] , alsmede dat dit vonnis in de plaats komt van de noodzakelijke toestemming en/of handtekening van [gedaagde].


Bron: Rechtspraak

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1