Daarom heeft de verzekeraar de persoonsgegevens van de consument zowel intern als extern geregistreerd en kosten voor het fraudeonderzoek aan de consument in rekening gebracht.
Uitspraak
De Geschillencommissie concludeert dat er geen zwaardere verdenking van fraude is dan een redelijk vermoeden van schuld. De registratie in het Incidentenregister van de verzekeraar en het daaraan gekoppelde Extern Verwijzingsregister is daarom niet gerechtvaardigd. De verzekeraar moet deze registraties doorhalen. Gegeven de omstandigheden zijn de registraties in de Gebeurtenissenadministratie en het Intern verwijzingsregister wel gerechtvaardigd.
In deze klacht gaat het om de vraag of de verzekeraar de persoonsgegevens van deze consument terecht heeft geregistreerd in de interne en externe registers. Uitgangspunt hierbij is dat de verzekeraar zich houdt aan de privacywetgeving en wanneer het om registraties met externe werking gaat aan het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen van 23 oktober 2013. Omdat registratie in het Extern Verwijzingsregister verstrekkende gevolgen kan hebben voor de consument, worden hieraan hoge eisen gesteld. De te verwerken gegevens zijn strafrechtelijk van aard en dit brengt mee dat deze gegevens in voldoende mate moeten vaststaan. Het moet gaan om zodanige concrete feiten en omstandigheden dat zij een als strafbaar feit te kwalificeren bewezenverklaring kunnen dragen; de enkele verdenking van betrokkenheid bij een strafbaar feit in de zin van een redelijk vermoeden van schuld is niet voldoende.
Het doel van een registratie in het Incidentenregister is namelijk onder meer het onderkennen, voorkomen, onderzoeken en bestrijden van strafbare gedragingen. Het onderzoek naar de feiten en omstandigheden heeft niet een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld opgeleverd.
Wanneer er feiten of gebeurtenissen hebben plaatsgevonden die de aandacht vragen van een verzekeraar, dan is dat voldoende reden voor opname in de Gebeurtenissenadministratie en het Intern Verwijzingsregister van de verzekeraar. De Geschillencommissie oordeelt dat gezien de feiten en omstandigheden in deze zaak de registraties in de Gebeurtenissenadministratie en in het Intern Verwijzingsregister gerechtvaardigd zijn. De verzekeraar mag deze registraties daarom handhaven.
Omdat niet is vastgesteld dat er sprake is van opzettelijke misleiding door de consument, heeft de verzekeraar ten onrechte de kosten voor het fraudeonderzoek op de consument verhaald. De verzekeraar moet de door de consument betaalde onderzoekskosten terugbetalen.
Bron: Kifid
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99