MijnFintool

Nieuws

Wetsvoorstel Pensioen in Eigen Beheer

Staatssecretaris Wiebes heeft de nota naar aanleiding van het verslag inzake het wetsvoorstel Pensioen in eigen Beheer naar de Tweede Kamer gestuurd. Hieronder een selectie uit het uitgebreide document (55 pagina's). Staatssecretaris Wiebes geeft aan dat een Box 4 er niet komt.

Download 'Nota naar aanleiding van het verslag' (pdf, 55 pagina's)

Door de dalende markrente en de daardoor gestegen commerciële waarde kregen veel dga’s te maken met een zogenoemde dividendklem. Steeds meer dga’s hebben daarom de verdere opbouw van hun PEB stopgezet. De huidige verplichtingen als gevolg van het reeds opgebouwde PEB blijven echter op de balans staan en daarmee blijft ook de noodzaak bestaan voor de dga om jaarlijks kosten te maken in verband met de ingewikkelde waarderings- en berekeningssystematiek ten behoeve van de juiste waardering van de pensioenverplichting. Om de afkoop voor dga’s aantrekkelijk te maken, wordt het mogelijk gemaakt om eerst de commerciële waarde af te stempelen naar de fiscale waarde, zonder dat daarover loonheffing en revisierente verschuldigd zijn. Vervolgens wordt nog een korting op de belastinggrondslag geboden wanneer een dga wil afkopen.

Huidig extern verzekerde aanspraken overhevelen naar 'pensioen eigen beheer'?
In het wetsvoorstel wordt bepaald dat vanaf 1 januari 2017 een zogenoemd eigenbeheerlichaam geen toegelaten verzekeraar meer is voor de opbouw van een fiscaal gefaciliteerd pensioen. Hieruit volgt dat vanaf 1 januari 2017 geen nieuwe pensioenaanspraken meer kunnen worden opgebouwd in eigen beheer. Voor op 31 december 2016 reeds opgebouwde pensioenaanspraken in eigen beheer blijft op grond van het in het wetsvoorstel opgenomen overgangsrecht een eigenbeheerlichaam wel een toegelaten verzekeraar. Voor deze bij een eigenbeheerlichaam opgebouwde op 31 december 2016 bestaande aanspraken is het ook vanaf 1 januari 2017 mogelijk deze over te brengen naar een ander eigenbeheerlichaam. Pensioenaanspraken die vóór 1 januari 2017 bij een externe verzekeraar zijn ondergebracht, en die derhalve op 31 december 2016 niet bij een eigenbeheerlichaam zijn verzekerd, vallen niet onder dit overgangsrecht. Voor dergelijke pensioenaanspraken zijn eigenbeheerlichamen vanaf 1 januari 2017 dan ook geen toegelaten verzekeraar meer. Hieruit volgt dan ook dat op 31 december 2016 extern (her)verzekerde pensioenaanspraken vanaf 1 januari 2017 niet meer kunnen worden overgedragen naar een eigen beheerlichaam.

Hierbij wil ik overigens nog opmerken dat als het verzoek door de externe verzekeraar tot overdracht naar het eigenbeheerlichaam vóór 1 januari 2017 is ontvangen, maar de administratieve afhandeling daarvan pas daarna plaatsvindt, dit wordt aangemerkt als een (toegestane) overdracht in 2016.'

Een reden waarom een dga een extern verzekerd pensioen zou willen overdragen naar een eigenbeheerlichaam zou kunnen zijn dat een eigenbeheerlichaam hiermee de benodigde financiële middelen verkrijgt om het PEB in 2017 te kunnen afkopen. Indien dit het geval is, bestaat tot en met 31 december 2016 de mogelijkheid om het extern verzekerde pensioen over te dragen naar een eigenbeheerlichaam. Indien het extern verzekerde pensioen in 2016 niet wordt overgedragen naar een eigenbeheerlichaam en de dga het PEB wel wil beëindigen in 2017, 2018 of 2019, maar hier niet de benodigde middelen voor heeft, dan bevat het wetsvoorstel de mogelijkheid om het PEB om te zetten in een zogenoemde oudedagsverplichting. In dat geval kan het PEB worden beëindigd zonder dat meteen belastingheffing plaatsvindt. Het kabinet ziet, gezien het voorgaande, geen aanleiding om de termijn waarbinnen een extern verzekerd pensioen kan worden overgedragen naar eigen beheer, te verlengen.

Box 3 (vermogensrendementsheffing)
Bij het fiscaal gefaciliteerd afkopen van het PEB ontvangt de dga van de bv een afkoopsom ter grootte van de waarde van de pensioenverplichting op de balans voor de heffing van de vpb minus de verschuldigde loonheffing over deze waarde na de korting. De dga kan zelf bepalen wat hij met deze ontvangen afkoopsom doet. Hij kan dit bedrag als kapitaal terugstorten in de bv, teruglenen aan de bv, op een spaarrekening zetten, consumeren of anderszins aanwenden. Indien dit bedrag op de waardepeildatum voor de heffing van box 3 geheel of gedeeltelijk als bezitting van de dga kan worden aangemerkt die meetelt voor de rendementsgrondslag van box 3 (en voor zover hiertegenover geen voor de heffing van box 3 meetellende schulden staan), wordt over dit bedrag box 3-heffing geheven, voor zover boven het heffingvrije vermogen wordt uitgekomen. Indien het bedrag niet als een dergelijke bezitting kan worden aangemerkt, zijn er geen box 3-gevolgen.

(Ontbreken) oudedagsvoorziening
Het kabinet is van mening dat bij een (opgebouwd) PEB in veel gevallen geen sprake meer is van een adequate voorziening voor de oude dag. Zoals in het algemeen deel van de memorie van toelichting is aangegeven blijkt in de praktijk dat veel bv’s onvoldoende middelen bezitten tegenover de in eigen beheer gehouden pensioenverplichting en deze dreigen dan ook niet aan deze verplichting te kunnen voldoen. Een opgebouwd PEB biedt daarom geen zekerheid dat op de pensioeningangsdatum een adequate oudedagsvoorziening bestaat. Het kabinet is dan ook van mening dat een dga beter op andere wijze kan zorgen voor een adequate oudedagsvoorziening.

Fiscaal geruisloze voortzetting
Voor de fiscaal geruisloze omzetting van een oudedagsverplichting in een lijfrente wordt in onderhavig wetsvoorstel een nieuwe bepaling opgenomen in artikel 38p, eerste lid, van de Wet LB 1964. Hierin wordt geregeld dat de aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting fiscaal geruisloos kan worden aangewend ter verkrijging van een lijfrente als bedoeld in artikel 3.125 van de Wet IB 2001 of een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht als bedoeld in artikel 3.126a van de Wet IB 2001. Het aan te kopen derdepijlerproduct dient dus te voldoen aan de daarvoor geldende bepalingen. Dit betekent voor een lijfrente onder meer dat de dga de verzekeringnemer van de oudedagslijfrente moet zijn. De bv kan niet kwalificeren als verzekeringnemer. In de praktijk zal de bv de waarde van de aanspraak ingevolge de oudedagsverplichting bij een verzekeraar of een andere toegestane aanbieder moeten afstorten ten behoeve van de verkrijging van een lijfrente, waarbij de dga de verzekeringnemer van deze lijfrente is. De bv kan niet eerst het geld naar de dga storten, aangezien dat zou kwalificeren als afkoop van de oudedagsverplichting.

Informatieformulier, partner moet meetekenen
Volgens het voorgestelde artikel 38n, vierde lid, van de Wet LB 1964 kan een dga met een (gewezen) partner het in eigen beheer opgebouwde pensioen alleen afkopen of omzetten in een oudedagsverplichting indien de partner daar schriftelijk mee instemt. Voorafgaand aan de afkoop of omzetting in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting zal de dga met de partner afspraken moeten maken over de door de dga beoogde beëindiging van het in eigen beheer gehouden pensioen. Voor het afstempelen van de pensioenaanspraak, gevolgd door afkoop of omzetting in een oudedagsverplichting, is de instemming van de partner een uitdrukkelijke voorwaarde. Met deze wettelijke voorwaarde is de positie van de partner naar de mening van het kabinet voldoende gewaarborgd.
Door het informatieformulier door beiden te laten ondertekenen geven de dga en de partner aan de Belastingdienst te kennen dat is voldaan aan de wettelijke voorwaarde van instemming van de partner met het afstempelen van de pensioenaanspraak, gevolgd door een afkoop of een omzetting in een oudedagsverplichting.

Zoals in de memorie van toelichting op het wetsvoorstel is vermeld, zal in een algemene maatregel van bestuur (AmvB) worden opgenomen dat het informatieformulier binnen een maand na de afkoop of de omzetting in een oudedagsverplichting bij de Belastingdienst moet worden ingediend. Wanneer bijvoorbeeld een PEB-aanspraak na instemming van de partner op 13 maart 2017 deels is prijsgegeven en de fiscale waarde op dat moment is afgekocht dan wel omgezet in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting, dient het informatieformulier uiterlijk op 13 april 2017 door de Belastingdienst te zijn ontvangen.

Hiervoor komt een formulier op de site van de Belastingdienst dat moet worden ingevuld en vervolgens moet worden uitgeprint en opgestuurd naar de Belastingdienst. Aangezien het gaat om informatie die al aanwezig moet zijn op het moment van de afkoop dan wel het omzetten, zal het invullen van het formulier geen complexe of tijdrovende handeling vormen.

Schenkbelasting
In de situatie dat een vader en een zoon beiden aandeelhouders van het eigenbeheerlichaam zijn en ze beiden hun pensioenaanspraken afstempelen en omzetten in een oudedagsverplichting, kan de hieruit voortvloeiende waardestijging van de aandelen van het eigenbeheerlichaam naar verwachting een bevoordeling van de zoon inhouden, aangezien enerzijds de waardestijging van de aandelen in ogenschouw moet worden genomen en anderzijds de opoffering door de afstempeling. Dit is afhankelijk van de omvang van het verschil tussen de fiscale en de commerciële waarde van de pensioenaanspraken van vader respectievelijk zoon. Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Stel dat de zoon een voorziening heeft die fiscaal op 200 en commercieel op 500 wordt gewaardeerd en de voorziening van de vader op (fiscaal) 800 respectievelijk (commercieel) 2000 wordt gewaardeerd. Als de vader bewust afziet van compensatie zal sprake zijn van een bevoordeling aan de zoon van de vader waarover schenkbelasting is verschuldigd. Bij een gelijke verdeling hebben beiden 750 waardestijging. De de waardestijging van de aandelen bij de zoon van 750 is voor 300 als het ware van hemzelf afkomstig is en voor 450 als het ware afkomstig van de vader. In dit geval bedraagt de bevoordeling van de zoon door de vader 450. Ik wil benadrukken dat alleen de waardestijging van de aandelen kan worden belast met schenkbelasting.

Schenking bij huwelijkse voorwaarden?
Bij anderen dan in algehele gemeenschap van goederen getrouwde gehuwden, kan sprake zijn van een belaste schenking als de (gewezen) partner afziet van passende compensatie voor het verlies aan rechten.

Lijfrenteaftrek
Zijn de artikelen 6.3, eerste lid, onderdeel d, en 3.102, derde lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) van toepassing op de compensatie die door de dga aan de partner wordt gegeven en de compensatie zodoende voor de partner belast is in de inkomstenbelasting?

De genoemde artikelen hebben betrekking op de persoonsgebonden aftrek voor onderhoudsverplichtingen. Hieronder vallen ook bedragen ter zake van de verplichting tot verrekening van onder meer pensioenrechten waarvan de betaalde premies als uitgave voor inkomensvoorziening in aanmerking zijn genomen, alsmede om belastbare periodieke uitkeringen, waaronder ook hetgeen valt wat in het kader van (echt)scheiding wordt ontvangen ter zake van het recht op verrekening van pensioenrechten. In het kader van het afschaffen van het PEB is geen sprake van een scheiding en daarom zijn de genoemde bepalingen niet van toepassing. Er is geen sprake van een belastbaar feit voor de inkomstenbelasting. De eventuele vergoeding die een dga aan diens partner betaalt als compensatie in het kader van het uitfaseren van het PEB, speelt zich volledig af in de vermogenssfeer en vormt daarmee geen belastbaar feit voor de inkomstenbelasting.

Box 4
De KPS doet een aantal aanbevelingen waarvan een deel reeds elders in deze nota van een reactie zijn voorzien. Een aanbeveling is een mogelijkheid om in een nieuwe box 4 vermogen voor de oude dag en de toekomstige zorg belastingvrij te kunnen opbouwen.
Er bestaan echter volgens Staatssecretaris Wiebes voldoende mogelijkheden om fiscaal gefaciliteerd een oudedagsvoorziening op te bouwen, namelijk verschillende mogelijkheden in de lijfrentesfeer alsmede een vrijstelling voor de nettolijfrente in box 3. Een nieuwe box 4 zal daar niets aan toevoegen.

 

Bron: Rijksoverheid

Reacties

Er zijn (nog) geen reacties op dit artikel

Reageren? Graag eerst inloggen.

Permanent Actueel met Fintool?

Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.
Lees verder

Fintool bv © 2003/2025. Alle rechten voorbehouden.
Lees graag de leveringsvoorwaarden en het privacy reglement.

1
1