Boete terecht opgelegd
De rechtbank stelt in haar uitspraak dat de boete terecht is opgelegd. DNB legde een boete op van EUR 1,2 miljoen vermeerderd met EUR 21,6 miljoen als ontneming van het financieel voordeel dat Delta Lloyd uit deze transacties heeft genoten. De rechtbank heeft om procedurele redenen EUR 120.000 in mindering gebracht op de boete, omdat een deel van de informatie te laat is ingebracht. De ontneming van EUR 21,6 miljoen is ongewijzigd gebleven.
De rechtbank is het met DNB eens dat sprake was van vertrouwelijke informatie en dat deze vertrouwelijke informatie ook daadwerkelijk is gebruikt voor het uitvoeren van de transacties. Deze transacties hadden een speculatief karakter, pasten niet binnen het risicomanagement van de verzekeraar en zijn buiten de interne procedures om afgehandeld.
Daarmee staat volgens de rechtbank vast dat Delta Lloyd geen adequaat beleid heeft gevoerd dat een integere bedrijfsuitoefening waarborgt (artikel 3.10 Wft) en dat de onderneming de eigen interne procedures over risico en governance niet in acht heeft genomen, en dat daarmee geen sprake was van de wettelijk verplichte integere en beheerste bedrijfsvoering (artikel 3.17 Wft).
Besluit tot heenzending geschorst en nieuwe onderbouwing gevraagd
In haar uitspraak vraagt de rechtbank ook om een nieuwe beslissing van DNB over de heenzending van de CFO. De rechtbank heeft nadrukkelijk de aanwijzing tot heenzending niet vernietigd, maar schorst het besluit over de heenzending tijdelijk en vraagt DNB een nieuw besluit te nemen op de bezwaren van betrokkenen tegen de heenzending. Daarbij moet rekening gehouden worden met de uitspraak van de rechtbank.
DNB besloot tot een aanwijzing tot heenzending van de CFO als uitkomst van een hertoetsing op betrouwbaarheid en geschiktheid. Daarbij is ook de toezichtsgeschiedenis betrokken. De rechtbank vindt dat dit onvoldoende is uitgewerkt. Dit betekent dat DNB op een aantal punten opnieuw moet onderbouwen waarom en hoe deze meewegen in de toetsing.
De rechtbank zegt in de uitspraak dat terecht is geconcludeerd dat de rol van de CFO bij de overtredingen waar de boete voor is opgelegd relevant is voor de beoordeling van zijn geschiktheid. Gelet hierop sluit de rechtbank niet uit dat DNB de aanwijzing tot heenzending alsnog voldoende kan motiveren. Tegelijkertijd zegt de rechtbank ook dat het onduidelijk is waarom DNB niet twijfelt aan de betrouwbaarheid en alleen de geschiktheid te kort vindt schieten.
Tot slot moet DNB bij een nieuw besluit meer aandacht besteden aan de rol van de CFO binnen de onderneming, waarbij onder meer de recente wijzigingen van de samenstelling van de raad van bestuur mee moet worden gewogen, conform de Beleidsregel geschiktheid. Zo heeft Delta Lloyd sinds enige tijd een Chief Risk Officer en zijn interne procedures op het gebied van risicomanagement aangescherpt.
Nu Delta Lloyd heeft aangekondigd dat de CFO zal opstappen naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank, vervalt daarmee op dit moment de reden om een nieuw besluit te nemen over de bezwaren tegen de aanwijzing tot heenzending.
Publicatie boetebesluit
De rechtbank oordeelt dat de publicatie van het boetebesluit niet is geoorloofd. Dat heeft te maken met het feit dat ten tijde van de overtredingen andere regels golden voor de publicatie van sancties voor dit soort overtredingen. Er is daardoor nu geen voortijdige publicatie mogelijk van het boetebesluit.
Geen hoger beroep
DNB heeft kennis genomen van de beslissingen die Delta Lloyd naar aanleiding van de uitspraken heeft genomen en onderschrijft de wens van Delta Lloyd om dit dossier te sluiten en verder te gaan op de al eerder ingeslagen weg, in het belang van polishouders en andere stakeholders. DNB ziet net als Delta Lloyd geen aanleiding om hoger beroep aan te tekenen tegen de uitspraken van de rechtbank Rotterdam van afgelopen vrijdag.
Bron: DNB
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99