Rechtspraak: Ondanks verplichte aflossing toch belast rentebestanddeel

Verpanding
In de hypotheekovereenkomst van [hypotheekverstrekker] staat het volgende met betrekking tot de aflossing van de hypotheek vermeld. “Het [hypotheekverstrekker] is verplicht al hetgeen hij uit genoemde polis(sen) van levensverzekering zal verkrijgen, zowel bij verschuldigd worden van de verzekerde bedragen als bij aankoop, aan te wenden tot vermindering van de door geldnemer verschuldigde hoofdsom of restant daarvan alsmede renten, boeten en kosten, terwijl een eventueel restant van de uitkering zal worden uitbetaald aan de door de geldnemer zelf aangewezen begunstigde(n).”
Het voorgaande leidt er weliswaar toe dat de kapitaaluitkering moet worden aangewend voor de aflossing van de hypotheek, maar leidt niet tot de vrijstelling als vermeld in de wet (KEW vrijstelling). In de wet staat uitdrukkelijk dat de KEW-clausule in de verzekeringsovereenkomst zelf moet staan. Dat is hier niet het geval.

Kapitaalvrijstelling
Nu er geen sprake is van een kapitaalverzekering eigen woning in de zin van artikel 3.116 Wet IB 2001, is op de uitkering van de kapitaalverzekering het overgangsrecht van artikel AM, lid 1 Inv. Wet IB 2001 van toepassing. In dit artikel is bepaald dat artikel 25 Wet IB 1964 van toepassing is op uitkeringen na 2000. Nu belanghebbende 15 jaar premies heeft voldaan, is ingevolge artikel 26, lid 2, onderdeel b van de Wet IB 1964 een vrijstelling van
fl. 62.000 (€ 28.134) van toepassing.

Lees hier de volledige uitspraak

Bron: Rechtspraak.nl