Dat blijkt uit berekeningen op basis van cijfers uit het Kadaster. De gemiddelde huizenprijs is sinds het hoogtepunt op de woningmarkt in 2008 met 51 duizend euro gedaald tot 214 duizend euro. Daarnaast moest de gemiddelde koper destijds 31 duizend euro betalen aan 'kosten koper' (notaris, makelaar, overdrachtsbelasting) en het opknappen van de woning. In de cijfers die makelaarsvereniging NVM vandaag presenteert, gaat het niet zozeer over die kosten, maar over de gemiddelde verkoopprijs.
Opnieuw verkocht
Sinds 2000 zijn er ruim 2 miljoen huizen verkocht. Het aantal huishoudens dat echt met een potentiële restschuld zit, ligt lager. 'Een gedeelte van die woningen is sindsdien alweer opnieuw verkocht', zegt hoogleraar Johan Conijn van de Universiteit van Amsterdam. 'Voor andere eigenaren geldt dat ze intussen hebben gespaard om de schuld af te lossen, of geld hadden uit de verkoop van een vorig huis.' Conijn schat dat in totaal 700 duizend huishoudens een restschuld hebben. 'Dat aantal loopt hard op, nu de prijzen maar blijven doordalen.'
Lagere kosten koper
De potentiële strop is iets minder bedreigend voor mensen die na vorig jaar juli een huis kochten. Toen verlaagde het kabinet namelijk de overdrachtsbelasting van 6 naar 2 procent. Maar ook degenen die daarvan profiteerden, zullen pas uit de kosten komen als de huizenprijs weer stijgt. Hoewel daarbij veel afhangt van de plannen van een nieuw kabinet, voorspellen alle banken en woningmarktdeskundigen dat de prijzen ook volgend jaar verder zullen dalen en nog meer huizenbezitters onder water komen te staan.
Bron: De Volkskrant
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99