De Veenendaalse woningcorporatie Patrimonium Woonstichting besloot in 2010 om de jarenlange relatie met een lokaal assurantiekantoor in te ruilen voor een intermediairbedrijf in Helmond, met het oog op premiebesparingen. Het Helmondse kantoor zond in de zomer van 2010 een door de woonstichting ondertekende verklaring aan Delta Lloyd om negen verzekeringen naar het nieuwe agentschap over te voeren; dit verzoek werd later in een e-mail herhaald.
Op de lijst met polissen ontbrak echter de opstalverzekering. Delta Lloyd prolongeerde die dan ook volgens de oude route en keerde het Veenendaalse assurantiekantoor provisie uit. Het Helmondse kantoor attendeerde de verzekeraar later op de omissie, waarop half februari 2011 de polis werd beëindigd; bij een andere verzekeraar was al een nieuwe opstalverzekering gesloten.
Het Veenendaalse assurantiekantoor ging niet akkoord met de polisbeëindiging met terugwerkende kracht en het daaraan verbonden terugboeken van provisie. Over het jaar 2011 bedroeg die provisie € 39.346; het contract zou tot januari 2014 moeten lopen.
Delta Lloyd betoogde voor de rechter dat recht op provisie pas ontstaat na premiebetaling en dat de samenwerkingsovereenkomst voorziet in de regel dat "partijen loyaal en met spoed dienen mee te werken" aan een verzoek tot intermediairwijziging. Bovendien wil de verzekeraar de klant niet opschepen met twee opstalverzekeringen. De rechtbank wijst de provisievordering ook af. Zij betrekt daarin tevens "dat eiseres heeft erkend niet of nauwelijks werkzaamheden met betrekking tot de opstalverzekering heeft hoeven uitvoeren".
Bron: AM, 01-05-2012
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99