Terechtwijzing DNB bij pensioenfonds PME was terecht

Het conflict speelde eind 2009 toen PME van DNB “zeer risicovolle exotische” beleggingen moest afbouwen. Volgens DNB nam PME onacceptabele risico’s en had het pensioenfonds te weinig zicht op het beleggingsbeleid van zijn vermogensbeheerder Mn Services. Ruim 57 procent van het vermogen was risicovol belegd, onder meer in bosbouw en levensverzekeringen.

PME vond dat het in deze zaak “opgeofferd wordt aan de dadendrang die DNB sinds de crisis zo graag laat zien”. Het claimde door de ingreep van DNB miljoenenschade te hebben geleden.

Het pensioenfonds had onvoldoende grip op vermogensbeheerder Mn Services, blijkt uit documenten die bij het vonnis zijn gevoegd. Notulen van een bestuursvergadering in december 2008 laten zien dat PME en een ander pensioenfonds naar schatting 450 miljoen euro kwijt zijn aan beleggingskosten aan Mn Services. DNB noemt het bedrag exorbitant hoog en zegt dat het sterk afwijkt van de basisfee van ongeveer 12 miljoen euro. Het bedrag kan ook grotendeels niet worden verantwoord door Mn Services, aldus DNB. Volgens de NOS is het andere pensioenfonds waarover gesproken wordt PMT, eveneens uit de metaal.

Begin 2010 veranderde PME onder druk van DNB de topstructuur. Het pensioenfonds stuurde zes bestuurders weg en kondigde aan twee beleggingsdeskundigen aan te stellen om meer grip te krijgen op de beleggingen.

Bron: FD, 19-08-2011