De gemiddelde eigenwoningbezitter is dit jaar gemiddeld 3.983 euro kwijt aan woonlasten naast de hypotheeklasten. Dat is 12 procent van het gemiddelde besteedbare inkomen.
Hypotheeklasten maken iets meer dan de helft uit van de totale woonlasten. Van de bijkomende woonlasten vormen energie en water de belangrijkste component; de ozb en opstalverzekering zijn de kleinste posten.
Aan energie en water is de eigenwoningbezitter dit jaar 311 euro minder kwijt, en ook de belasting op die producten is lager (41 euro). Dit komt doordat energie goedkoper is geworden als gevolg van de lagere olieprijs. Die werkt vertraagd door in de prijs van gas en elektriciteit.
Het eigenwoningforfait in de inkomstenbelasting stijgt dit jaar met gemiddeld 22 euro. Dit als gevolg van de stijging van de huizenprijzen van 2008 op 2009. De rijksoverheid compenseert die prijsstijging niet door de tarieven te verlagen. Gemeenten doen dat bij de ozb wel. De overdrachtsbelasting is gemiddeld 101 euro hoger. Dat komt vooral doordat er weer wat meer huizen worden verkocht, zodat meer mensen deze belasting betalen. Dat haalt het gemiddelde omhoog.
De waterschappen vragen 12 euro per huishouden meer dan vorig jaar voor onder meer het zuiveren van afvalwater, het onderhoud van de dijken en het wegpompen van overtollig water.
Gemeenten hebben dit jaar gemiddeld 6 euro per huishouden meer nodig voor de riolering en om huisvuil in te zamelen en te verwerken. Vooral de kosten van de riolering nemen toe. Huisvuil kost de burger gemiddeld nauwelijks meer dan vorig jaar. Veel gemeenten verlagen het tarief juist omdat ze minder kosten maken.
Van de woonbelastingen stijgt de ozb het minst, met gemiddeld 3 euro. Deze stijging is ongeveer gelijk aan de inflatie.
Bron: Rijksuniversiteit Groningen, 19-02-2010
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99