Voor de advisering over hypotheken is het begrip ´bestaande eigenwoningschuld´ (Box 1) omschreven in Wet IB2001, artikel 10bis.1 ‘bestaande eigenwoningschuld’ relevant voor het bepalen van het wel/niet verplicht annuïtair /lineair aflossen van de hypotheek, zoals deze sinds Belastingplan 2013 (BP2013) bestaat.
In een compilatie van diverse Fintool artikelen/helpdeskvragen wordt aan de hand van een aantal casussen/helpdeskvragen nader ingezoomd op de (on)mogelijkheden gebruik te maken van aflossingsvrije leningen of voortzetting van bijvoorbeeld een KEW/SEW/BEW.
Staatssecretaris Vijlbrief heeft de Tweede Kamer antwoorden op vragen naar aanleiding van een schriftelijk overleg evaluaties eigenwoningregeling gegeven.
Hieronder een selectie uit de 75 vragen.
Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 6 mei 2020. Dit besluit bevat goedkeuringen waardoor een eigenwoningschuld die onder de fiscale aflossingseis valt, blijft behoren tot de eigenwoningschuld als met de geldverstrekker een betaalpauze voor rente en aflossing wordt overeengekomen vanwege (dreigende) betalingsproblemen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus en de daardoor ontstane aflossingsachterstand op een andere wijze dan waarin wettelijk is voorzien, wordt ingehaald.
In een vijftal publicaties zijn diverse besluiten ingetrokken (o.a. een besluit inzake eigenwoningrente, boeterente en rentemiddeling - BLKB2015/1468M), gewijzigd (Omzetbelasting) en is een begunstigend besluit (zonnepanelen) uitgebracht.
Een koersverlies als gevolg van het dalen van de koers van de Zwitserse Frank tov de EURO is volgens A-G Niessen niet aftrekbaar als 'kosten van geldleningen' eigen woning. Een andere transactie dan sec de geldlening heeft het koersverlies veroorzaakt aldus de uitspraak.
Het Hof oordeelde eerder dat, ondanks dat geen ‘kasrondje’ plaatsvindt, geen sprake is van enige kwijtschelding, nu de rente zorgvuldig wordt geadministreerd en de belanghebbende de schenking heeft aangewend voor aflossing van de schuld.
De conclusie strekt ertoe dat het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën ongegrond dient te worden verklaard.
In een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag, kon de erfgenaam niet aannemelijk maken dat de geërfde woning voor eigen gebruik bestemd was. De woning kon niet als eigen woning in de zin van art. 3.111, eerste, tweede of derde lid Wet IB 2001 worden aangemerkt, hetgeen met zich brengt dat de kosten ten aanzien van de woning niet tot de aftrekbare kosten kunnen worden gerekend. Feitelijke omstandigheden zijn hierin bepalend.
Belanghebbende en zijn echtgenote hebben een woning gekocht. De woning is geleverd aan de kinderen en de kinderen hebben aan de ouders een recht van erfpacht verleend uitsluitend op de grond. Na sloop van de woning heeft belanghebbende op die grond een nieuwe woning laten bouwen.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.