"Naar het oordeel van de rechtbank heeft [belanghebbende], tegenover de betwisting door [de Inspecteur], niet aannemelijk gemaakt dat de woning in [Q] uitsluitend was bestemd om het kalenderjaar 2010 of een van de twee opvolgende jaren aan hem als eigen woning als bedoeld in het eerste lid ter beschikking te staan. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat het feit dat [belanghebbende] de woning in [Q] eerst vier maanden na vererving te koop heeft gezet niet voldoende is om dit aan te nemen. Er is immers doorgaans ook enige tijd gemoeid met het opruimen en op orde maken van een geërfde woning alvorens deze in de verkoop wordt gezet. De rechtbank heeft hierbij voorts in aanmerking genomen dat [belanghebbende] in zijn beroepschrift heeft geschreven: "Ik had er ieder moment voor kunnen kiezen om in de nieuwe woning te gaan wonen en de oude woning eventueel te verkopen."
Lees hier de volledige uitspraak.
Cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd. De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (uitspraak).
Bron: Rechtspraak.nl
Fintool
info@fintool.nl
085 111 89 99