Voor de advisering over hypotheken is het begrip ´bestaande eigenwoningschuld´ (Box 1) omschreven in Wet IB2001, artikel 10bis.1 ‘bestaande eigenwoningschuld’ relevant voor het bepalen van het wel/niet verplicht annuïtair /lineair aflossen van de hypotheek, zoals deze sinds Belastingplan 2013 (BP2013) bestaat.
In een compilatie van diverse Fintool artikelen/helpdeskvragen wordt aan de hand van een aantal casussen/helpdeskvragen nader ingezoomd op de (on)mogelijkheden gebruik te maken van aflossingsvrije leningen of voortzetting van bijvoorbeeld een KEW/SEW/BEW.
De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft een update uitgebracht met vragen en antwoorden over KEW, SEW en BEW. De uitbreiding ziet met name toe op het overgangsrecht voor hybride hypotheekverzekeringen en garantiekapitalen.
Een lezer vroeg of we een rekenmodel konden maken voor de volgende adviesvraag:
Voor 1 april 2013 kan ik nog een SEW advies geven, maar vaak heb ik de hoge vrijstelling nodig die pas na 20 jaar bereikt wordt. In veel gevallen is er sprake van een hypotheekrente aftrek sinds 1 januari 2001, welke dan per 1 januari 2031 vervalt.
Indien nu een SEW van 20 jaar geadviseerd wordt, is er vanaf 1 januari 2031 in deze gevallen geen rente aftrek.
Adviseer ik een relatie nu een annuïteitenhypotheek of een SEW, waarbij de laatste paar jaar geen rente aftrek meer genoten wordt.
Is hier een rekenmodel voor?
Staatssecretaris Wiebes heeft de nota naar aanleiding van het verslag bij het Belastingplan 2017 naar de Eerste Kamer gestuurd. Nader ingegaan wordt op het vervallen van de tijdklemmen.
Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek naar de impact van het vervallen van de tijdklemmen zal Wiebes, indien de in het genoemde amendement opgenomen maatregel in werking treedt, bezien in hoeverre het wenselijk is om wederom deels of alsnog geheel de tijdklemmen te laten vervallen voor Brede Herwaarderingskapitaalverzekeringen.
Dit besluit wijzigt het besluit over de kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, het beleggingsrecht eigen woning en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3 van 6 december 2014, BLKB 2014/1763M.
In een nieuw besluit wordt het besluit over de kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, beleggingsrecht eigen woning en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3 van 6 december 2014, BLKB 2014/1763M, gewijzigd.
Vraag en antwoord van Kennisgroep Verzekeringsproducten
Voor kapitaalverzekeringen die bestonden op 14 september 1999 geldt als voorwaarde voor behoud van eerbiedigende werking en voor de bijzondere waardevrijstelling van onderdeel AN Invoeringswet Wet IB 2001 dat voor de beoordeling of de verzekerde rechten zijn verhoogd, de leven- en de overlijdenscomponent afzonderlijk moeten worden bezien. Voor de beoordeling of met betrekking tot een KEW is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van het overgangsrecht, moeten de leven- en de overlijdenscomponent in beginsel afzonderlijk worden bezien overeenkomstig de voorgaande overgangsregimes voor kapitaalverzekeringen. Dit houdt in dat het verzekerde kapitaal c.q. de te betalen premies voor de verzekerde uitkering bij leven afzonderlijk van het verzekerde kapitaal c.q. de te betalen premies voor de verzekerde uitkering ten gevolge van overlijden, moeten worden getoetst.
Zie gekoppeld artikel voor update 'Herziene vraag en antwoord'
In het besluit van 21 december 2012 - BLKB2012/1994M is een overgangsregeling omschreven.
In de praktijk leverde dit toch onduidelijkheden op en zijn veel vragen gesteld (en beantwoord op de kennis van toen). Feitelijk is er sprake van een ruimere regeling, dan het besluit deed voorkomen.
De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft diverse vragen beantwoord. Deze 'vragen en antwoorden' zijn op onze website terug te vinden.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.