U ontvangt nu een e-mailbericht van waaruit u uw aanmelding moet bevestigen. Zonder deze bevestiging ontvangt u niet dagelijks actuele en praktische informatie. Doe het gelijk even!
Is of het bedrag van € 193.973 dat op 1 januari 2018 op de bankrekening stond in verband met de verkoop van de eigen woning, terecht tot de rendementsgrondslag gerekend?
In deze casus heeft relatie nieuwbouw gekocht.
De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat de woning aan de man kan worden toegedeeld. De rechtbank overweegt dat als peildatum voor de waarde in beginsel de datum van de verdeling geldt, behoudens andersluidende afspraken of afwijking op grond van de redelijkheid en de billijkheid.
Partijen hebben in het kader van een affectieve relatie samengewoond. In 2007 is de man ingetrokken in de woning van de vrouw. In 2008 zijn zij een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst - hierna de overeenkomst - overeengekomen.
In een besluit van de Staatssecretaris van Financiën wordt een goedkeuring gegeven voor een niet-beoogde beperking van de aftrekbare eigenwoningrente door een eigenwoningreserve of het niet volledig kunnen voortzetten van een bestaande eigenwoningschuld bij een gezamenlijke aankoop.
Door Fintool is een rekenmodel gemaakt, waarin de cijfermatige uitwerking getoond wordt.
Wellicht had u de casus '1+1 = 3?' goed beantwoord. Nu een kleine variant.
Relatie A: 100% eigenaar van een hypotheekvrije woning met een vrije marktwaarde van €200.000.
Relatie B wenst in te trekken bij relatie A, waarbij 50% van de woning van A wordt verworven. Relatie B is starter en heeft geen eigen middelen. De verwerving ad €100.000 (50% van €200.000) wordt gefinancierd met een annuïtaire lening (360 maanden). In een draagplichtovereenkomst wordt de schuld van B vastgelegd.
Echter, ook nu botert het na een jaar niet zo goed meer tussen A en B. De relatie wordt beëindigd en de populaire woning wordt (direct) verkocht (opbrengst €200.000).
De lezers van het artikel van '1 + 1 = 3' weten inmiddels wel hoe hoog de eigenwoningreserve is voor A en B na verkoop. Nu een vervolg. De relatie is toch weer inniger geworden en relatie A en B besluiten niet te verhuizen, maar te gaan verbouwen voor een bedrag van €100.000. Deze wordt met een annuïtaire lening gefinancierd.
Op aanraden van de notaris is er wel een draagplichtovereenkomst opgesteld.
Relatie P: 100% eigenaar van een hypotheekvrije woning met een vrije marktwaarde van €200.000.
Relatie Q: Starter (geen overgangsrecht, geen eigenwoningreserve).
P en Q wensen samen te gaan wonen.
Q wenst 50% van de woning van P te kopen.
Q verwerft voor €100.000 50% van de woning.
De Fintool helpdeskvraagstellers weten het wel. De wet is niet altijd 'logisch'. Zo werd de volgende 'eenvoudige' casus voorgelegd.
Relatie A: 100% eigenaar van een hypotheekvrije woning met een vrije marktwaarde van €200.000
Relatie B: heeft een eigenwoningreserve van €100.000. A en B wensen samen te gaan wonen. B wenst 50% van de woning van A te kopen. B verwerft voor €100.000 en dient (fiscaal) de eigenwoningreserve ad €100.000 te verrekenen.
Nieuwe box 1 schuld nihil. Tot zover (fiscaal) logisch.
Een huiseigenaar had zijn woning in de verkoop staan. De verkoop verliep niet vlot en de woning ging vanwege het bereiken van het einde van de verhuisregeling naar box 3.
Handig rekenmodel voor de praktijk.
Een relatie wenst 'ontslag' hoofdelijke aansprakelijkheid voor de vertrekkende partij uit de huidige hypotheek. Hoe is het dan geregeld met overgangsrecht en annuïteitenhypotheek en de bijleenregeling?
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank.