Consument heeft een hypothecaire geldlening afgesloten bij de bank voor de aankoop van een recreatiewoning. Consument verkoopt deze woning en de bank brengt een boeterente in rekening.
Consument doet zijn beklag over de vergoeding bij vrijwillige verkoop van het onderpand. Consument vordert terugbetaling van de betaalde vergoeding te vermeerderen met wettelijke rente.
Een consument heeft in juni 2016 zijn hypotheek vervroegd afgelost en boeterente betaald. Deze consument vindt dat de geldverstrekker geen boeterente in rekening had mogen brengen, onder meer omdat dit in strijd zou zijn met de nieuwe boeteregels bij vervroegd aflossen van hypotheken.
Vanwege ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid als gevolg van een echtscheiding meent een consument dat er geen 'boeterente' verschuldigd is over het deel van de hypotheek dat ziet op het deel van de woning dat verkocht is door de ex-partner en verworven is door de achterblijvende huiseigenaar. Volgens diens hypotheekvoorwaarden is verkoop van de woning 'boetevrij' mogelijk.
Kifid heeft een uitspraak gedaan over de vraag of de Bank zich in onderhavig geval redelijkerwijs heeft mogen beroepen op de in de algemene voorwaarden genoemde jaarstermijn.
Minister Dijsselbloem heeft in een tweetal Kamerbrieven gereageerd op Kamervragen.
Hij heeft antwoorden gegeven op Kamervragen naar aanleiding van een mediabericht over te hoog berekende boeterente.
Consument heeft medio 2016 getracht zijn hypothecaire geldlening intern over te sluiten. Wegens een storing in de computersystemen van de Bank is daarbij ten onrechte de verschuldigde vergoedingsrente op nihil gesteld. Consument vordert dat hij geen vergoedingsrente verschuldigd is.
Minister Dijsselbloem rectificeert in een brief aan de Tweede Kamer een fout in een eerdere beantwoording van Kamervragen over het bericht ‘Boeterente aan banden’.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) publiceert uitgangspunten voor de berekening van het financiële nadeel bij vervroegde aflossing van de hypotheek. Huizenbezitters krijgen hierdoor duidelijkheid over hoe de vergoeding - voorheen boeterente genoemd - tot stand kan komen.
In een Kifid uitspraak is de boeterente weer aanleiding voor een klacht. Een consument heeft een adviseur benaderd voor het oversluiten van een hypothecaire geldlening. De adviseur maakte een berekening van de boete, zonder dat wordt aangegeven dat de boete indicatief is. Later blijkt de boete veel hoger uit te vallen.
Een Consument vraagt bij de Bank een berekening van de boeterente op, die de Bank vervolgens geeft. In de berekening maakt de Bank echter een fout waardoor de indicatieve boeterente lager uitvalt dan daadwerkelijk het geval is. Hoewel aan een indicatieve berekening van de boeterente geen rechten ontleend kunnen worden, houdt het indicatieve karakter echter enkel verband met de rentestand.
Een consument wenste een oversluiting te regelen via een adviseur, maar beklaagt zich over het feit dat de door hem gewenste oversluiting geen doorgang heeft gevonden. Indien deze wel plaats zou hebben gevonden, zou hij bij geldverstrekker Y een lagere rente hebben betaald, dan hij thans verschuldigd is. Consument stelt dat hij hierdoor in zijn vermogenspositie is geschaad.
Een consument (klager) heeft de bestaande overeenkomst van hypothecaire geldlening opengebroken en heeft gekozen voor een nieuw rentetarief en een nieuwe rentevastperiode. Consument heeft de Bank voorafgaand aan deze keuze concrete vragen gesteld met betrekking tot de renteontwikkelingen van hypotheektarieven op de markt en het toekomstige beleid van de ECB. Consument heeft gesteld dat deze informatie voor hem essentieel was om tot een weloverwogen beslissing te komen.
In een Kifid uitspraak wordt een klacht van een consument beoordeeld, waarbij de consument stelt dat zijn hypotheekadviseur hem onjuist heeft geadviseerd met betrekking tot de rentevastperiode van zijn hypothecaire geldlening. Zo zou de hypotheekadviseur niet de kortere rentevastperiode van twee jaar hebben besproken en aangeboden.
De motie voor verruiming van de leennormen is aangenomen. De kamerleden hebben ingestemd met de motie in overleg met Nibud en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) te streven naar een actualisering van de Nibud-normen en de toepassing hiervan door hypotheekverstrekkers, waarbij in ieder geval inkomensperspectief en energiekosten opnieuw worden meegenomen zonder dat de betalingsrisico’s onverantwoord toenemen.
De motie de LTV in 2017 op 102% te houden heeft het niet gehaald.
Dinsdag 13 september jl. zijn een drietal moties aangenomen op het gebied van hypotheken. Het is nu aan de Tweede Kamer om in overleg te treden met marktpartijen en te kijken wat mogelijk is op het gebied van (gewijzigde) wetgeving.
Minister Blok had eerder aangegeven dat huidige wetgeving voldoende ruimte biedt.
Aan de orde is de vraag of de bank bij het berekenen van vergoedingsrente bij algehele aflossing van de hypothecaire geldlening de te besparen rentevergoeding op de bankspaarrekening van consument in de resterende rentevastperiode op de vergoedingsrente in mindering dient te brengen.
Een motie over hypotheekdelen omzetten naar een hypotheek met lagere maandlasten wordt niet door Minister Blok gesteund. Dit schrijft hij in een Kamerbrief. De motie verzoekt de regering in gesprek te gaan met hypotheekverstrekkers en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) om het mogelijk te maken dat boetevrije aflossingsdelen gebruikt worden om de hypotheek stapsgewijs over te zetten naar een lager rentetarief.
De Bank heeft een boete voor vervroegde aflossing van bijna 30% van de hypothecaire geldlening in rekening gebracht aan Consument. Alhoewel Consument heeft erkend dat de handelwijze van de Bank in overeenstemming is met de voorwaarden van de offerte, de overeenkomst en de toepasselijke voorwaarden, is hij van mening dat het niet van deze tijd is om geen constructieve oplossing aan te dragen.
Een adviseur heeft in de adviessamenvatting de boete wegens vervroegde aflossing middels een berekening begroot op € 2.700,-. Later bleek de uiteindelijke boete € 8.900,- te zijn. Consument stelt zich op het standpunt dat de adviseur zijn zorgplicht heeft geschonden en stelt hem aansprakelijk voor de door haar geleden schade.
Minister Blok, minister Dijsselbloem en staatssecretaris Wiebes hebben uitgebreid antwoorden gegeven op Kamervragen over het mogelijk maken om een hypotheek met hoge rente stapsgewijs en boetevrij om te zetten in een hypotheek met een lager rentepercentage.
Deze zomer heeft de Stichting Good Governance Monitor in samenwerking met de Stichting New Financial Forum onderzocht hoe aanvaardbaar strikte toepassing van de boeterenteclausule wordt gevonden en welke verbeteringen men nodig vindt. De enquête werd door 664 consumenten, 47 financieel adviseurs, 13 beleggers en 10 geldverstrekkers volledig ingevuld en leverde meer dan 400 suggesties voor verbetering op.
Volgens de AFM is het glashelder; de ingeperkte wijze waarop banken boeterentes kunnen inzetten geldt voor nieuwe, maar ook voor bestaande hypotheken. De toezichthouder stelt dit naar aanleiding van Kamervragen van Omtzigt en Ronnes (beiden CDA). De Kamerleden willen weten in hoeverre banken de nieuwe regels eerbiedigen.
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.