Staatssecretaris Van Rij stuurde de Tweede Kamer het ambtelijk rapport 'Verkenning vrijstellingen in de overdrachtsbelasting', waarin in kaart wordt gebracht voor welke fiscale regelingen in de overdrachtsbelasting er aanleiding is om nader onderzoek te doen.
Het betreft hier een verzamelwetsvoorstel, de Fiscale verzamelwet 2025. Hierin is een aantal maatregelen opgenomen die zien op de directe belastingen, de indirecte belastingen, de douane, toeslagen, het formeel belastingrecht en het invorderingsrecht.
Het kan wel eens gebeuren dat een relatie een woning koopt, maar voor transport van deze woning een andere 'droomwoning' gevonden heeft en koopt. Geluk bij geluk, wordt de eerdere aangekochte woning (met winst) verkocht. Maar wat vindt de Belastingdienst hier van als het gaat om de overdrachtsbelasting?
De Kennisgroep overdrachtsbelasting geeft antwoord op de vraag of het mogelijk is om een reeds toegepaste startersvrijstelling te herroepen zodat deze alsnog bij de aankoop van een nieuwe woning op een later moment kan worden gebruikt.
De Kennisgroep overdrachtsbelasting heeft een standpunt gepubliceerd over de toepassing van het tarief dan wel de startersvrijstelling bij gebruik van onzelfstandige woonruimte in een woning door derden, bijvoorbeeld ten titel van verhuur.
Belanghebbende heeft op 19 oktober 2020 de woning aan [adres 1] te [plaats] (de woning) in eigendom verkregen. Met de vorige eigenaren heeft belanghebbende afgesproken dat zij er nog enkele maanden mochten blijven wonen totdat hun nieuwe woning gereed was om te bewonen. De oude eigenaren zijn er blijven wonen tot 3 januari 2021. Zij waren voor de voortzetting van de bewoning geen vergoeding verschuldigd.
In dit besluit zijn nieuwe goedkeuringen opgenomen over de toepassing van de startersvrijstelling en het tarief van 2% die gelden bij de verkrijging van woningen indien aan de daarvoor geldende voorwaarden is voldaan.
Als er bijvoorbeeld sprake is van verwerving van een woning met erfpacht, wordt de canon gekapitaliseerd om de grondslag voor de overdrachtsbelasting te berekenen. Bij looptijden langer dan circa 50 jaar geeft dit factor 17. Maar wat als de looptijd korter is?
In artikel I wordt onderdeel 2 van een eerder besluit ingetrokken. Dit hangt samen met de wijziging van het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting met ingang van 1 januari 2023 naar 10,4%.
De Hoge Raad heeft uitspraak gedaan naar aanleiding van prejudiciële vragen van de rechtbank Zeeland-West Brabant over de invulling van het begrip ‘in wezen nieuwbouw’ voor de omzetbelasting. De vragen aan de Hoge Raad hielden kort gezegd in aan de hand van welke criteria moet worden beoordeeld of als gevolg van verbouwingswerkzaamheden aan een bestaand gebouw een in wezen nieuw gebouw is ontstaan.
Dit besluit actualiseert en vervangt het besluit van 29 juni 2021 en bevat het beleid over de toepassing van de startersvrijstelling en het voor de verkrijging van woningen geldende overdrachtsbelastingtarief van 2%.
Belanghebbende heeft op 6 april 2018 een onroerende zaak gekocht aan de [adres] te [plaats] voor een koopprijs van € 825.000. Het perceel omvat een woning, een paardenhouderij en weilanden. In de akte van levering is de onroerende zaak omschreven als een woning met stallen, rijhal, ondergrond en weiland. De bestemming van het gehele perceel was ten tijde van de levering ‘agrarisch bedrijf’. Belanghebbende woont zelf in de woning en houdt een aantal paarden.
De startnota van het kabinet-Rutte IV is de financiële vertaling van het coalitieakkoord. e startnota bevat de begrotingsafspraken voor de komende kabinetsperiode, waaronder de vastgestelde uitgavenplafonds, het inkomstenkader en de begrotingsregels.
Hieronder een paar 'aandachtspunten', die nog in wetgeving omgezet dienen te worden.
Sinds 1 april 2021 geldt voor toepassing van de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting een woningwaardegrens. Deze houdt in dat het totaal van de waarde van de woning of rechten waaraan deze is onderworpen en tot die woning behorende aanhorigheden niet hoger mag zijn dan thans € 400.000. Het UB BRV bepaalt dat onder het begrip «waarde» in de zin van die woningwaardegrens moet worden verstaan de waarde per verkrijging eventueel vermeerderd of verminderd met in de WBR genoemde elementen.
Voor de bouw van extra woningen maakt het kabinet de komende 10 jaar jaarlijks € 100 miljoen euro vrij. Veel mensen vinden lastig een betaalbare woonruimte. Daarom zijn er tot 2030 zo’n 900.000 woningen nodig. Met de € 1 miljard wil het kabinet de snelle bouw van woningen stimuleren.
In een uitspraak van het gerechtshof wordt nader ingegaan op wat een aanhorigheid is. Dit is van belang door het onderscheid in overdrachtsbelasting (hoge of lage tarief).
Als professioneel financieel adviseur moet en wilt u bijblijven en dat het liefst in zo weinig mogelijk (kostbare) tijd. Dat kan nu met Fintool.nl! Meld u nu aan als abonnee en krijg direct toegang tot de Kennisbank en Helpdesk.