Het is sinds 1 januari 2015 onder voorwaarden toegestaan om bij langdurige arbeidsongeschiktheid een lijfrente geheel of gedeeltelijk af te kopen zonder dat hierbij negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking worden genomen en als gevolg daarvan revisierente in rekening wordt gebracht. Voor het gezamenlijke bedrag aan dergelijke afkopen in een jaar geldt een wettelijke afkoopgrens. Bij overschrijding van deze afkoopgrens is over de waarde in het economische verkeer van de volledige afkoop revisierente verschuldigd als gevolg van het in aanmerking nemen van negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen. Het betreft een alles-of-nietsbenadering.
In de praktijk bleek deze alles-of-nietsbenadering te hard uit te pakken. Bij een overschrijding van de afkoopgrens – ongeacht de grootte daarvan – diende over de waarde in het economische verkeer van de volledige afkoop revisierente te worden betaald. Belastingplichtigen hebben in dat kader verzoeken gedaan om toepassing van de hardheidsclausule. Naar aanleiding daarvan is vooruitlopend op wetgeving bij beleidsbesluit bepaald dat alleen revisierente is verschuldigd over het bedrag waarmee de afkoopgrens wordt overschreden. Daarmee is een voor-zoverbenadering gerealiseerd. Dit betekent dat alleen revisierente is verschuldigd over het deel van de waarde in het economische verkeer van de afkoop dat uitgaat boven de afkoopgrens. Met dit wetsvoorstel wordt voorgesteld deze maatregel te codificeren.
De voorgestelde wijziging in de Wet op belastingen van rechtsverkeer (WBR) betreft een verduidelijking in de indexatiebepaling voor de woningwaardegrens van de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting. Hiermee wordt geen inhoudelijke wijziging beoogd. De wijziging regelt dat de geïndexeerde woningwaardegrens niet één jaar voordat deze van toepassing is in de wet wordt opgenomen, maar dat deze alleen één jaar van tevoren bekend wordt gemaakt. De bekendmaking van de grens voor het daaropvolgende kalenderjaar vindt jaarlijks plaats in de zogenoemde bijstellingsregeling, waarbij een inwerkingtreding van 1 januari van het daaropvolgende jaar wordt gehanteerd. Dit zorgt ervoor dat in de wettekst de geldende grens van het betreffende kalenderjaar zichtbaar is, terwijl de nieuwe grens voor het daaropvolgende kalenderjaar al wel bekend is. Hiermee wordt de wettekst in overeenstemming gebracht met de bedoeling die blijkt uit de toelichting op het amendement. [BP2024: woningwaardegrens €510.000]
Bron: Rijksoverheid
Fintool
Telefoon 085 - 111 89 99
Telefax 085 - 111 88 80
E-mail: info@fintool.nl
KvK 27256668