Hebt u een levensloopregeling? Volgens de voorstellen in het Belastingplan 2013 kan dit gevolgen hebben voor de hoogte van uw toeslagen. Dit schrijft de Belastingdienst.

Met de in dit amendement opgenomen wijziging van het onderhavige wetsvoorstel wordt het in artikel 39d van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964) opgenomen overgangsrecht voor de levensloopregeling nader aangepast.

De eenmalige opname in 2013 tegen een gereduceerd tarief van 80% belast geldt voor werknemers. Hoe zit het als er een levenslooptegoed is, hoger dan € 3.000,- en de persoon is inmiddels werkeloos en ontvangt een WW-uitkering. =====================================================

De staatssecretaris van Financiën stuurt een brief naar de Tweede Kamer waarin hij de toezeggingen om op een aantal onderwerpen uit het wetgevingsoverleg schriftelijk terug te komen, nakomt. De brief gaat vergezeld van een nota van wijziging op het Belastingplan 2013. Tevens wordt gesproken over 'Levensloopregelingen' en 'specifieke zorgkosten'.

Het nieuwe kabinet komt met een nog nader in te vullen overgangsrecht voor de levensloopregeling. Deelnemers aan de levensloopregeling kunnen in 2013 het saldo tegen een bijzonder belastingtarief opnemen.

Met de introductie van de vitaliteitsspaarregeling was ook voorzien in een overgangsregeling levensloop. Deze overgangsregeling blijft van kracht nu niet tot invoering van vitaliteitssparen wordt overgegaan.

In 2011 is de inleg op levenslooprekeningen het laagst sinds het begin van de regeling in 2006. Werknemers hebben voor 786 miljoen euro ingelegd, 13 procent minder dan in 2010.

De levensloopregeling voor verlofsparen is net als het spaarloon per 1 januari dit jaar gesloten voor nieuwe deelnemers, maar ongeveer driekwart van de 250.000 bestaande verlofspaarders behoudt een groot deel van de voordelen. Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van Sociale Zaken.

Het Verbond van Verzekeraars vindt dat de manier waarop het kabinet Rutte de vitaliteitsregeling heeft ingevuld, geen bijdrage levert aan het stimuleren om mensen langer vitaal aan het werk te houden. “Er gaapt een kloof tussen woord en daad van dit kabinet als het gaat om het vitaliteitsbeleid.”

Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft de Eerste en Tweede nota van wijziging van het wetsvoorstel ingediend.

Het verbod op het inzetten van de levensloopregeling voor vroegpensioen dat in het regeerakkoord is afgesproken, is in de praktijk 'heel moeilijk uitvoerbaar'. Dat zegt , hoogleraar economie Lans Bovenberg, de bedenker van de fiscaal voordelige spaarregeling.

Volgend jaar kunnen werknemers niet meer belastingvriendelijk bijsparen in de spaarloonregeling. Dat maakte staatssecretaris Frans Weekers (Financiën) vrijdag bekend. De beperking van het spaarloon is nodig om de verlaging van de overdrachtsbelasting te kunnen betalen.

In 2010 hebben werknemers 893 miljoen euro ingelegd op levensloopregelingen. Dat is nagenoeg hetzelfde bedrag als in 2009. Daarnaast hebben ze 233 miljoen euro opgenomen, 45 procent meer dan een jaar eerder. Het tegoed op de levensloopregelingen kwam eind 2010 uit op bijna 4,1 miljard euro. Het aantal rekeningen bleef nagenoeg gelijk.

Minister De Jager heeft een nieuw besluit uitgebracht met daarin enkele uiteenlopende onderwerpen over de loonheffingen. Niet eerder gepubliceerd is een onderdeel over de levensloopregeling. De minister keurt hierin goed dat loonheffing buiten toepassing blijft op de levensloopaanspraken van de deelnemers aan een levensloopregeling die geen hogere levensloopbijdrage krijgen dan vergelijkbare werknemers die niet deelnemen aan de levensloopregeling. Plein+ bericht hierover.

Uitkeringsinstantie UWV verrekent terecht de werkgeversbijdrage aan de levensloopregeling met de uitkering van een gedeeltelijk arbeidsongeschikte politieman. Dat heeft de Centrale Raad van Beroep bepaald in een proefproces.

In 2009 hebben werknemers 908 miljoen euro ingelegd op levenslooprekeningen. Dat is ruim 10 procent meer dan een jaar eerder. Daarnaast hebben ze vorig jaar 164 miljoen euro opgenomen, ruim 35 procent meer dan een jaar eerder. Het totale tegoed op de levensloopregelingen bedroeg eind 2009 bijna 3,3 miljard euro.

Drie jaar na de invoering van de levensloopregeling heeft tien procent van de werknemers een levensloopregeling en slechts één procent van de niet-deelnemers overwoog om in 2009 mee te doen. Dat blijkt uit cijfers van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS).

In 2008 hebben werknemers 7 procent minder gespaard voor de levensloop- en spaarloonregeling dan een jaar eerder. Dat meldt het CBS vandaag.

Het CBS heeft onlangs herziene ramingen samengesteld van het aantal deelnemers aan de levensloopregeling. Bij de ramingen is ook gebruik gemaakt van gegevens afkomstig uit de Polisadministratie. De cijfers vielen daardoor lager uit dan eerder gepubliceerde cijfers.

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) gaat consumenten wijzen op enkele belangrijke aspecten van levensloopproducten. Met een nieuwe brochure wil de toezichthouder consumenten bewust maken van de vragen die zij zichzelf of de aanbieder zouden moeten stellen bij het afsluiten van een levensloopproduct.

CDA en PvdA willen dat burgers een jaar extra de tijd krijgen om een keuze te maken tussen het spaarloon en de nieuwe levensloopregeling, die vanaf 2006 sparen voor verlof mogelijk maakt. De Consumentenbond had daar eerder voor gepleit. Het Verbond van Verzekeraars ziet de noodzaak van het uitstel niet zo in. Bovendien vrezen verzekeraars de extra administratieve rompslomp die het uitstel en de mogelijke invoering met terugwerkende kracht met zich meebrengen.

ING perkt de levensloopregeling in. ING-personeel dat meedoet aan de levensloop mag straks hooguit dertien weken tussentijds verlof opnemen. Minister De Geus van Sociale Zaken bekijkt of dat wel is toegestaan.

Werknemers, die deelnemen aan de spaarloonregeling, moeten uiterlijk 31 december 2005 kiezen of ze in 2006 blijven meedoen met de spaarloonregeling of deelnemen aan de nieuwe levensloopregeling. De Consumentenbond heeft aan minister Zalm van Financiën gevraagd dat keuzemoment uit te stellen met een half jaar.