Zoals Vonhoff wel zei: Sommige mensen gebruiken statistieken zoals een dronkeman een lantaarnpaal: ter ondersteuning in plaats van ter verlichting. Ik ben i.i.g. niet erg verlicht door dit bericht, dat Fintool geknipt en geplakt heeft van Independer.

Dit nbetreft een echtscheiding. Wanneer de eigendomsverhouding wijzigt koopt in deze situatie de man zijn ex partner uit voor 49%. Dus dient er wel degelijk eventueel rekening gehouden te worden met de over- of onderwaarde van de woning.

Open deuren intrappen, in de praktijk hoeft dit ook allemaal geen probleem te zijn, maar... Indender gooit weer zo'n "bijzonder nuttig" bericht de ether in, en de media nemen het weer klakkeloos over, zodat ze weer lekker gratis reclame hebben! Zou daar nou niet eens wat kritischer mee om moeten worden gegaan???

Als je de eigendomsverhouding wijzigt is er volgens mij ook sprake van schenking of zal er moeten worden afgerekend indien er sprake is van overwaarde.

Hoe het standpunt van de geldverstrekker in deze is kunnen wij niet beoordelen. Wat wij u hebben aangegeven is hoe het fiscaal geregeld is.

Wanneer men gaat samenwonen en er geen sprake is van een overdracht van de woning tussen de partners, dan heeft dat op dat moment geen consequenties voor de bijleenregeling. Als men vervolgens samen een ander huis gaat kopen krijgt men wel te maken met eventueel ontstane eigenwoningreserves. Beslissend in dezen is de inschrijving in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Kopen A en B gezamenlijk de nieuwe woning – ieder voor de helft – dan moet ieder voor de renteaftrek de helft van de nieuwe woning rekening houden met ieder zijn of haar eigenwoningreserve. Voor A is deze positief € 25.000,- en voor B negatief € 25.000,- In ons voorbeeld zijn bij uitgegaan van een koopsom van € 200.00,-. A koopt dus voor € 100.000,- en B ook voor € 100.000,- De EWS van A wordt dan € 100.000,- -/- € 25.000,- (EWR) = € 75.000,- De EWS van B wordt dan € 100.000,- -/- € 0,- (neg. EWR) = € 100.000,- Daarnaast mag nog 10 jaar de rente worden afgetrokken over € 25.000,- zijnde de restschuld financiering van B.

Mooie theorie. Verwacht u dat de geldverstrekker daar ook mee accoord gaat?

Met een pensioenproduct in de derde pijler wordt denk ik lijfrente bedoeld. Wat zegt Weekers over omzetting levenslooptegoed naar een "echt" pensioenproduct in de tweede pijler?

Nu is mij nog niet duidelijk of de EWR van A in deze kwestie verrekend mag worden met het verlies van B? Uit het voorbeeld lijkt het van niet. In dit verband vraag ik me dan af of de restschuld financiering van 25000 voor B een EWS is of een financiering o.b.v. verlies met 10 jaar rente aftrek?

Restschuld is in deze case toch 10 jaar aftrekbaar?